fessor. Zo, zo Asquit. Nog zo laat professor? Een luchtje scheppen Asquit, lang gewerkt. Aha, uw hart professor, prachtig oefenmateriaal, die trap.
Asquit grinnikte. Inmiddels had hij Paul losgelaten. Asquit, herinneringen ophalend, was best in staat alleen te lopen; hij zwaaide vrolijk met zijn armen, balanceerde als een koorddanser op de loopplank, zodat Paul, die hem nadeed, bijna in het water viel.
- Professor! riep Asquit. Gaat u naar beneden!
Enige studenten keken verschrikt om zich heen.
- Ik heb hem voorgesteld aan Elize, zei Asquit. De tijd dat wetenschap niet zo betaalde is voorbij.
De zon stak in hun gezicht. Hij schitterde overal, op de witte jassen en de lichte rokken. Er waren te veel kleuren voor iemand die zojuist de nacht komt uitgerold.
- Zo langzamerhand raak ik eigen met iedereen, zei Asquit tevreden. Het is ongelooflijk. Soms benauwt het. Nergens te kunnen lopen zonder iemand tegen te komen.
- Heel wat mensen willen met je ruilen, zei Paul.
Daar stond Rufus te midden van een groepje studenten. En daar kwam (hij wendde zich af) die zakkenrolster Elize lachend op Asquit aflopen.
- Hé ouwe! Ben je nog wakker geworden!
- Alleen, zei Asquit geaffecteerd. Dit is onze vriend Paul.
- O dag, zei Elize. Jou herinner ik. Jij bent de kaasmaker van Melbourne.
- Sydney, zei Asquit met een vertederde glimlach. Zoon van de beweger van Sydney. Hij heeft inmiddels toegegeven dat het allemaal gelogen is. En wij hebben hem zijn geld laten uitgeven! Zijn toelage! Dat komt er van leugens. - Ik zal hem eens vrijhouden, zei Elize. Ik zal zorgen dat hij míj iets schuldig is.
- Liefde, zei Asquit. Het moet gebeuren met liefde. Als de wereld elkaar maar liefdevol benadert. Deze zin loopt niet. - Evenmin als de liefde, zei Elize.