- Hé! riep hij. Hé Norma!
De vrouw kuste hem op zijn wang en begon onmiddellijk te vertellen over een van hem, Asquit, verkregen jurk die nu was verkleurd in de was.
- Dat is jammer Norma, zei Asquit. Wat zul je je moeten inspannen om dat een nieuwe jurk te laten worden.
De vrouw glimlachte, haalde een sigaret uit een pakje dat in Asquits zak zat en zei:
- Je werk is je werk lieve jongen.
- Ze noemt me altijd lieve jongen, zei Asquit vertederd. Dit is onze Paul Norma, een student. Hij komt eerdaags langs. Je moet hem feliciteren. Vandaag is zijn moeder jarig.
- Gefeliciteerd, zei Norma hartelijk. En hoe staat het met die jurk Henri?
- Als hij bij je langs is geweest.
- Kom maar gauw, zei Norma tegen Paul. Meneer Asquit kan het best missen.
- De maagdelijkheid is vol beloftes, zei Asquit. En toch, deze beloftes komt ze zo zelden meer na.
Omdat stemmingen kunnen omslaan, vond hij het niet erg dat Asquit hem met zachte drang verwijderde van Norma, hoog op de benen, een beetje mollig.
Asquit was heel vrolijk geworden.
- Wij zijn op zoek naar Begoresj, zei hij. Die ons alles zal vertellen. O god, al meer dan dertig jaar.
- Ik wil hem wel ontmoeten.
- Als hij jou wil ontmoeten. Teleurstelling is het antwoord op de verwondering.
- Zegt Begoresj?
- Dat zegt Begoresj, zei Asquit. En hij heeft zich zo vaak verwonderd en de verwondering onderzocht en hij heeft uitvindingen gedaan en heel tastbare bewijzen overgehouden.
- De gedichten uit de dertiger jaren?
- Dat is juist, zei Asquit stug. Hij wordt oud. Je hebt ge-