pag. 7: |
‘de (a)sociale positie’: Van Geel was door toedoen van Prof. W. Gs. Hellinga, toen hoogleraar aan het Instituut voor Neerlandistiek, in de hoofdarbeiderregeling terechtgekomen.
‘Mijn tentoonstelling’: tentoonstelling van tekeningen, objekten, en schilderijen in het Stedelijk Museum van Amsterdam, in 1961/1962. |
pag. 8: |
‘Fens’: zie bijlage
‘V.h.R.’: Gerard van het Reve
‘Jany’: A. Roland Holst |
pag. 9: |
‘schijnopdracht’: via de hoofdarbeiderregeling werd Van Geel verondersteld het Instituut van varianten van gedichten te voorzien en soms college te geven. Het eerste is regelmatig, het laatste één keer gebeurd.
‘direkteur van de arbeidsbeurs’: één van de lieden uit de commissie die over het ontslag moest oordelen. |
pag. 10: |
‘negatieve zinnen’: één van de werktitels van wat later Het zinrijk werd |
pag. 12: |
‘G.K.’: G.K. van het Reve |
pag. 13: |
‘Aad’: Aad Nuis; Nuis had enkele typoscripten ter lezing toegezonden gekregen.
‘Geert’: Geert van Oorschot
‘luxe papier’: van elke bundel liet Van Geel altijd een aantal exemplaren op luxe-papier drukken en in leer inbinden. |
pag. 14: |
‘regelen van kunst’: een toespeling op de titel van Emmens' proefschrift Rembrandt en de regels van de kunst. |