Nut tyd-verdryv
(1686)–Mattheus Gargon– Auteursrechtvrij
[pagina 25]
| |
[pagina 26]
| |
En in deugd, schept geneugt;
Die in syn geloov, en wandel,
Heeft tot grond, Gods verbond,
En geen yd'- le hars- sen vond.
Die syn naasten noit beledigt,
Maar syn eer, en lyv, verdedigt,
Als men hem smaad;
Of na 't schuldloos leven staat.
Die 't rot, dat God,
En syn dienst veragt, gaat schuwen,
Maar veel goed aan dien doet,
Die voor vuile zonden gruwen:
En die dra, zelvs tot schâe,
Komt all' syn belovten na.
| |
[pagina 27]
| |
Die als d'armen zyn verlegen,
Mild'lyk uitdeelt GodesGa naar voetnoot* zegen:
En haar noit geld
Heeft op woeker toegetelt.
Door givt, nog drivt,
Zig tot recht-breuk laat verleiden.
Zulk een man, ah! die kan,
In Gods kerk-tent zig vermeiden.
Die alleen, is te vrêen,
En heeft 't wenschlykst hier benêen.
|
|