Het lieffelyck orgel-pypken(1664)–J. G.– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 103] [p. 103] Tweede Tafel-Liedeken. Stemme: Sa Cameraden maeckt jolyt. 1. WEest vrolijck lieve Vrinden al, Den Weerdt alleen voor al betalen sal, Laet ons nu vrolijck wesen aen den dis, En dencken dat het hier nu Kermis is. 2. Wel wat magh letten dees Basin, My dunckt sy heeft wat vremts in haren sin, Sy laet voor haer 't ghelaesken stille staen, En ick saeght liever rom-en-domme gaen. 3. Mijn lief ghebuerken vrolijck nu, Wt goeder jonsten siet soo brenght ick u, Ick sal uyt-drincken oock dit teughsken wijn, [pagina 104] [p. 104] Want onsen Weerdt wilt dat wy vrolijck zijn. 4. Och hoe smaeckt my dit wijntjen soet, Den wijn voorwaer het hert verheughen doet, Brenghet ghy oock aen u ghebuerken voort, En singht eens soo ghy van my hebt ghehoort. 5. Wy moeten oock bedancken hier Den Weerdt van alle dese goede cier, En oock beloven uyt een liefde groot, Hier weer te komen als wy zijn ghenoot. Vorige Volgende