Verspreide geschriften. Deel 9. Historische schetsen en boekbeoordeelingen. Deel 2. Redevoeringen en opstellen van verschillenden aard. Deel 1
(1904)–Robert Fruin– Auteursrecht onbekend
[pagina 205]
| |
Schotel's Oud-Hollandsch huisgezinGa naar voetnoot1).
| |
[pagina 206]
| |
allerlei stand. Het onderwerp is dus nog nauwelijks in behandeling genomen: het eigenlijk gezegde huiselijk leven, ingeleid door de huwelijksplechtigheden, moet nog geheel beschreven worden. Wat wij tot nog toe ontvangen hebben is niet veel meer dan een proeve van bewerking, waarnaar wij oordeelen kunnen over hetgeen eigenlijk ons is toegezegd. Als zoodanig willen wij dan ook thans deze eerste afleveringen beschouwen. Wanneer het werk voltooid is, denken wij onze lezers over den inhoud opzettelijk en uitvoerig te onderhouden. Niemand, die met de methode van Dr. Schotel, gelijk die uit zijn talrijke werken blijkt, vertrouwd is, kan verwachten dat de schrijver zijn onderwerp uitputten, dat hij volledig alle vragen beantwoorden zal, die wij hem gaarne zouden voorleggen. Hij is gewoon uit den rijkdom zijner kennis veel te geven, zonder zich te bekommeren of dit al dan niet een goed samenhangend geheel vormt. In al zijn werken bestaan leemten. Het is hem aan te zien, dat hij niet, eer hij aan het onderzoek gaat, zich afvraagt wat hij wenscht te weten en aan zijn lezers meê te deelen, maar dat hij zonder vooraf beraamd plan allerlei doorsnuffelt en navorscht, en dan later het gevondene rangschikt en bewerkt, aan anderen het overlatende aan te vullen en toe te voegen wat hem ontsnapt of niet onder de oogen gekomen mag zijn. Van daar dat men zijn boeken doorgaans niet ten volle bevredigd uit de handen legt. Er blijft nog altijd een en ander te weten over, dat tot recht verstand van het geheel noodzakelijk gekend moet worden, maar waarvan de schrijver niet gewaagt. Doch aan den anderen kant zal iedere lezer moeten getuigen, dat hij veel heeft vernomen wat hem volkomen nieuw was, dat hij gewezen is naar allerlei bronnen van kennis, wier bestaan hij zelfs niet vermoedde, dat hem de weg is gebaand om tot een volledige wetenschap te geraken. Dit eigenaardig karakter van Dr. Schotel's geschriften vertoont ook het boek, dat ik thans aankondig. Het geeft ons geen volkomen, geen afgewerkte voorstelling van het huiselijk leven onzer voorouders. Wie het met aandacht gelezen en herlezen heeft, zal daarom nog niet in staat zijn aan een ander een juist denkbeeld van de zaak te geven. Veel zelfs van hetgeen hij gelezen heeft, zal hem bij gebrek aan genoegzame verklaring onverklaarbaar zijn gebleven. Maar met dat al zullen hem tallooze bijzonderheden, die even wetenswaardig als weinig bekend zijn, onder de aandacht gekomen, een schat van fragmenten uit merkwaardige | |
[pagina 207]
| |
en zeldzaam voorkomende geschriften meêgedeeld zijn; hij zal lust gevoelen om van het onderwerp nog meer te weten, en allicht zal hij zelf gaan lezen in sommige van die oude boeken, waaruit de schrijver hem zooveel opmerkelijks heeft verhaald. Die boeken zijn ontelbaar. Schotel heeft geheele bibliotheken geplunderd om het beste en smakelijkste er van aan zijn lezers voor te zetten. Als aan het eind van zijn boek (gelijk zijn plan is) de aanteekeningen en aanhalingen verschenen zullen zijn, zal de gewone lezer zich daarvan eerst een denkbeeld kunnen maken. Zij, die met de literatuur van het onderwerp al bekend waren, kunnen nu reeds beseffen, welk een studie er besteed moet zijn aan het bijeenbrengen van zooveel dat hun nieuw was. Ik voor mij getuig gaarne, dat mij in deze afleveringen veel is voorgekomen wat ik te voren elders te vergeefs gezocht had. Bepaaldelijk vestig ik de aandacht op het hoofdstuk over de school. Ik herhaal nog eens de aanmerking, dat ook dit het onderwerp niet uitput en nog veel te onderzoeken overlaat. Noch de verschillende perioden, noch de verschillende soorten van scholen en onderwijzers zijn met de vereischte zorgvuldigheid uit elkander gehouden. Het beeld, dat ons wordt voorgesteld, vertoont trekken, die onmogelijk samen kunnen gaan. Maar desniettemin, hoeveel nieuws wordt ons over de schooltucht, de leerboeken, de leerwijze meêgedeeld! De onbeschaafdheid van ons volk en de ruwheid van den tijd komen in den aard der schoolstraffen en in de verhouding tusschen onderwijzer en leerlingen op het duidelijkste uit. Vooral de passages, die ons uit sommige kluchten worden meêgedeeld, geven daarvan een zeer aanschouwelijke maar gansch niet innemende voorstelling. - In een ander opzicht is de beschrijving van de feestelijkheden, waarmee de geboorte van een nieuwen huisgenoot gevierd placht te worden, zeer opmerkelijk. De eenvoud onzer hedendaagsche zeden steekt bij den omhaal der voorvaderlijke feestgebruiken in het oogloopend af. Maar over dit alles nader, als het werk voleindigd zal zijn. Thans is het ons slechts te doen om het belangrijke boek, naar verdienste, in de aandacht van het letterkundig publiek aan te bevelen. Over de prenten, die het versieren, valt niet veel te zeggen. Wat mij betreft konden zij gerust achterwege blijven. Zij helderen den tekst in geenen deele op; zij zijn naar loutere phantasie geteekend. Als teekeningen zijn zij misschien verdienstelijk, maar als verbeelding van hetgeen de tekst beschrijft deugen zij niet. Bij een boek als dit behoorde een tal van afbeeldingen van huis- | |
[pagina 208]
| |
raad en sieraad en costuum, gelijk ook in Hofdijk's Voorgeslacht (bij denzelfden uitgever verschenen) geleverd is. Het is nog niet te laat om aan dien eisch te voldoen, zoo schrijver en uitgever van de rechtmatigheid er van overtuigd werden. Wij zouden ook in de prenten het schoone voor het ware zoo gaarne zien wijken. (De Gids 1867, dl. III, blz. 160 vlg.) |
|