[Woord vooraf]
Oprechten dank hen ik verschuldigd aan mijne vrienden Florimond van Duyse en Julius Vuylsteke, die mij behulpzaam waren bij het samenstellen van dit Feestschrift ter eere van Professor Dr. R. Fruin van Leiden.
De eerste stelde mij in staat, den lezer een betrekkelijk groot getal zangwijzen van onze historische liederen aan te bieden, welke door hem in moderne notatie werden overgebracht.
De tweede overzag de drukproeven met zijn scherpziend oog en hielp mij aan allerlei verbeteringen en aanvullingen.
Degenen, die zich de moeite zouden getroosten in eenig tijdschrift of dagblad dit werk te bespreken, zouden mij hoogst verplichten, indien zij er mij kennis van wilden geven, en alle recht op mijne dankbaarheid verwerven met mij een afdrukje hunner recensie te laten geworden.
Zeer erkentelijk zal ik ook zijn aan al wie mij liederen zou kunnen aanduiden, die buiten mijne opzoekingen zijn gebleven.
P.F.