Tweestemmige zangstukjes voor de jeugd
(1842)–A. Francken– Auteursrechtvrij
[pagina 28]
| |
[pagina 29]
| |
2.
Zijn oudren te eeren,
Hun heil te vermeeren,
Door dankbaar te zijn,
Voor zorgen en zwoegen,
Geeft hartlijk genoegen,
In vreugd en in pijn.
3.
Zijn' evenmensch te achten,
Diens lot te verzachten,
Als rampspoed hem treft;
Dat leed te vermindren,
Is iets, 't welk ook kindren
Vereert en verheft.
4.
Geen armen te smaden,
Maar altijd door daden,
Naar Jezus gebod,
Hun liefdrijk te spijzen,
En hulp te bewijzen,
Geeft vrolijk genot.
5.
Nooit kwaad doen te wreken,
Maar liefde te kweeken,
Als 't edelste doel;
Vergeten, vergeven
Wat andren misdreven,
Schenkt zalig gevoel.
6.
En schoon dan dit leven
Ons ras moog' begeven,
Hem treft toch geen leed,
Die hier zijne dagen,
Naar 't Godlijk behagen,
Zoo wel heeft besteed.
7.
Wat zou ons dan hindren,
Als waardige kindren,
In 't best onzer jeugd,
Steeds blijken te geven,
Van gaarne te streven
Naar 't toppunt van deugd.
|
|