Tweestemmige zangstukjes voor de jeugd(1842)–A. Francken– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Het zingen XV. Vrolijk. gevolgd. Den zang zij thans een lied gewyd, Komt heffen w'allen aan! Hij is 't die ons van zorghen[rijn],Van druk ons wil ont- slaan. De zang geeft troost in tegenspoed Verhoogt 't genot geeft nieuwen moed, En maakt ons, en maakt ons, en maakt ons regt verheugd ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja, En maakt ons, en maakt ons en maakt ons regt verheugd. [pagina 31] [p. 31] 2 ‘Zing lieflijk, zacht en in de maat,’ Dat zij ons steeds een wet; Want weet, dat 't zingen leelijk gaat, Als men daar niet op let. Zing zuiver, let op mol en kruis, Ook op een punt, op rust incluis, Dan gaat het zeker goed. ja, ja, enz. 3. O, zanglust! blijf ons immer bij, Wijk uit ons midden niet! Maak door uw invloed 't harte blij, Als 't oog soms onheil ziet. Veredel gij ons jong gemoed, En deel in voor- en tegenspoed Uw invloed aan ons uit. ja, enz. Vorige Volgende