Passieboek van Limburgsche Letterkundigen(1938)–Robert Franquinet, Paul Haimon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Ontwaken.... door Loe Maas Hoe lang heeft onze ziel geslapen als een dier, dat in den nacht niet meer weet zijn ingeschapen schoonheid, noch zijn donkre kracht? Wij sliepen en wij waren dooven: Want ging niet lang een eigen lied reeds in de krui'ge zomerhoven? Wij sliepen en ontwaakten niet. Maar God heeft luid Zijn hand geheven, een verren roeper aan Zijn mond; en het kwam van Noord en Zuid gedreven, Zijn woord, totdat het echo vond.... Dit wordt een lente! Wij ontwaken en ons gelaat wordt louter licht, dat als een lied van dak tot daken voortgaat en den slaap ontwricht. En al de kleine ranken grijpen samen, een woning waar de Zon de jonge vruchten kan doen rijpen; en breeder wordt de horizon en blauwer wordt de glans der dagen, en luider wordt het morgenlied: [pagina 90] [p. 90] Wie zal dees witte vlucht vertragen, die naar een rijken middag schiet? Wij voelen ons bewustzijn groeien en weten onze schoonheid weer. Ziet, hoe een ouden tak gaat bloeien! Wij vinden onzen rijkdom weer. Vorige Volgende