Passieboek van Limburgsche Letterkundigen
(1938)–Robert Franquinet, Paul Haimon– Auteursrecht onbekend
[pagina 68]
| |
‘Quid vidisti in via?’Ga naar voetnoot*)
| |
[pagina 69]
| |
Spotters
De koning op zijn strijdros!
Engelen
Hem is de hoogmoed voorbijgegaan.
Hem hebben de reinen van hart verstaan.
Kinderen herinneren:
Zoovelen heelt Hij er genezen.
Hij sprak altijd van vrede.
Van niets dan liefde.
Vijanden
Hij zaaide haat en nijd.
Spotters
Vergeet Hem maar voorgoed.
Engelen
Waarom voor Uw zegen, o Davids Zoon,
Waarom voor Uw liefde slechts haat en hoon?
Kinderen betreuren:
De takken zijn verdord, -
Na 't feestelijk Hosanna
Niets meer dan spijt en twist.
Spotters
Straks komt er wel een andere profeet!
Vijanden
Maar voor af na,
Geen een zoo onbeschaamd als Hij!
Engelen
Hij, wien de Heemlen
‘Heilig. Heilig’ zingen,
Op aard verworpen door de stervelingen.
Kinderen herinneren:
Hij wist de woorden
Van het Eeuwig Leven.
| |
[pagina 70]
| |
Spotters
En wist geen woorden
Om zich vrij te pleiten!
Vijanden
Wie zich de Zoon van God durft noemen,
Hoort thuis aan 't Kruis.
Kinderen verschrikt:
Zwijg van het Kruis!
Engelen
O heiligst teeken, ooit geheven,
O Kruis van Christus,
O Boom van leven.
Kinderen huiveren:
Het werd zoo donker, -
Alles leek ineen te storten,
Toen Hij was doodgebloed,
Spotters
Het toeval werkte mee!
Er woedt wel meer een noodweer.
Vijanden
Maar geen als dit,
Zoo uitgebuit voor leugens.
Kinderen schreien:
Wat blijft er over,
Wien nog te gelooven,
Als Hij gelogen heeft?
Engelen
Dekt in aanbidding 't aangezicht!
Deze was waarlijk God.
Blijft eeuwig God van God en Licht van Licht.
| |
[pagina 71]
| |
Spotters
De wereld draait ook zonder Hem.
Kinderen beseffen:
Wat leeft er of beweegt er zonder God?
En Hij was immers God met ons:
Emmanuel!
Spotters
Emmanuel aan 't Kruis!
Vijanden
Had Hij ons op het laatst
Zijn almacht dan getoond!
Waarom Zijn beulen niet verlamd,
De spijkers niet versplinterd?
Spotters
Of heel gewoon:
Het schandhout zelf veranderd in Zijn troon.
Engelen
Hij, die het al vervult,
Voor allen heeft voldaan,
Vergeeft verraad en schuld.
Kinderen weemoedig:
Het is zoo doodsch en donker zonder Hem. -
Wij weten niet waarheen.
Wij loopen zoo verloren,
En zien geen doel of eind.
Engelen
Gedoog, dat wij U vragen,
O Christus,
Dat allen U beminnen,
Eensgezind; -
Dat wij U vragen
Voor allen en voor ons
| |
[pagina 72]
| |
Uw welbehagen
Steeds meer te mogen winnen,
Gij, die het meest bemint,
Wie U het meest beminnen.
Spotters
Jong en oud,
Neemt het wat lichter op!
Er sterven menschen ieder oogenblik.
Eén méér of minder!
Straks wij.
Van mi tot dan? - wat tijdverdrijf.
Daarna? - weer nieuwen aan de beurt.
Leerlingen I en II
O wereld zonder Christus!
Vrouwen I
In leed is troost,
In tranen lafenis,
Wanneer de liefde na het sterven lééft.
Vrouwen II
We vonden zalf en balsem,
Voor Hem en ons. -
De nacht is nu voorbij.
Leerlingen I
Onder een zwaren steen ligt Hij begraven.
Leerlingen II
Nog zwaarder dan die steen
Weegt op ons hart
Het zelfverwijt en de ontrouw.
| |
[pagina 73]
| |
Leerlingen I
We kunnen niet meer voor- of achteruit.
Leerlingen I en II
We kunnen niets,
Dan roepen: miserere!
Vrouwen I en II
Maar luider roepen wij:
‘Wie heft hem op, den steen?
Vijanden
Afgedaan heeft de bedrieger.
Geen graf te diep voor Hem,
Geen grafsteen ooit te zwaar.
Spotters
Die steen zoo zwaar en hard
Houdt het verleden en de toekomst in bedwang,
Het voor en tegen.
Kinderen klagen:
Steen is zoo koud,
Een graf zoo donker.
Engelen I
Ad regius Agni dapes
Stolis amicti candidis
Post transitum maris Rubri
Christo canamur principi.
Wie trokken door de Roode Zee
Gaan op in witte kleeren,
Ter koningsbruiloft van het Lam,
Christus den Heer ter eere.
| |
[pagina 74]
| |
Profeten
Gij allen, zoekt den Heer
Zoolang Hij zich laat vinden,
En roept Hem aan. -
Hij is u nog nabij!
De goddelooze zal zijn weg verlaten,
En de ongerechte zijn gedachte. -
Keert tot den Heer terug,
Die mild is in 't vergeven.
Leerlingen I en II
Doorkorven is Zijn lichaam,
Doorstoken en ontwricht.
Als water werd Hij uitgegoten,
Om onze zonden.
Vrouwen I
Hij was en blijft de Koning!
Vrouwen II
Laat ons met aloë en mirre
Hem zalven voor Zijn eeuwig koningschap.
Vijanden en Spotters
Te veel rumoer,
Om een vertrapten worm.
Engelen II
Sparsum cruórum póstibus
Vastátor horret Angelus;
Fugitque divísum mare:
Merguntur hostes fluctibus.
Voor 't roode teeken op de deur,
Vlucht, Engel van verdelgen;
De zee, die voor ons openwijkt,
Zal, wie ons haat, verzwelgen.
| |
[pagina 75]
| |
Profeten III
Jam Pascha nostrum
Christus est,
Paschalis idem victima,
Et pura puris mentibus
Sinceritatis azyma.
Want Christus is ons Paaschlam nu.
Paschen voor alle tijden,
Zuurdeesem van de waarheid
Voor wie Hem waar belijden.
Vrouwen I en II heffen de armen in blijden schrik:
De steen?....
Verdwenen is de steen!
Engelen
En Dien gij zoekt,
Hij is niet in het graf.
Vrouwen I en II
Het graf is leeg!
Niets dan de windsels en de lijkwa meer.
Engelen
Hij, die gekruist werd,
Christus,
Hij is verrezen!
Vrouwen en Kinderen jubelen:
Hij is verrezen!
Christus is verrezen!
Engelen
Roept tot de wereld,
Als blijde boden:
‘Hij, die gekruist werd,
Verrees van de dooden!’
| |
[pagina 76]
| |
Profeten
Hij is verrezen,
En toch nog bij den Vader.
De Vader heeft op Hem de hand gelegd.
O, Wondere.
O, Wijze.
Engelen, Kinderen, Vrouwen:
Alleluja!
Spotters
Na 't Hosanna,
Nu alleluja?
Vijanden
Aan 't kruis,
Met wie ons den Gekruiste roofden!
Profeten
't Lam heeft de schapen vrijgekocht,
Verzoenen zal de Zondelooze
De Zondaars met den Vader.
Leerlingen I en II
Zeg ons, Maria,
Wat hebt gij gezien op den weg?
Vrouwen I en II
Het graf van Hem, die leeft, -
Van Christus, die verrees.
Twee Engelen tot getuigen,
De zweetdoek en de lijkwa.
Hij is verrezen!
Leerlingen I en II
Hij heeft het ons gezegd.
Hij zou verrijzen. -
Is Hij verrezen?
| |
[pagina 77]
| |
Vrouwen I en II
Hij zal u voorgaan.
Leerlingen I en II
Zal Hij ons voorgaan?
Kinderen jubelen:
Hij is de weg, de waarheid en het leven.
Leerlingen I en II beseffen:
Verrijzen wij met Hem?
Engelen
Hij gaat naar Zijn Vader,
Die Uw Vader is, -
Hij gaat naar God,
Uw God en ook den Zijnen.
Vrouwen en Leerlingen
Hij gaat ons vóór naar God,
Naar onzen Vader, die Zijn Vader is,
Naar onzen God, die ook de Zijne is.
Kinderen opgetogen
Wij hooren in Uw stemmen
Zijne stem!
Profeten
Zijn wijding en Zijn woorden
Gaan van ouder weer op ouder over,
Van jeugd naar nieuwe jeugd,
En sterven eeuwig niet.
| |
[pagina 78]
| |
Engelen IV
Victor subact is inferis
Tropháea Christus explicat,
Caelóque apérto, subditum
Regem tenebrárum trahit.
Hij heft de krijgsbanier in 't licht
Den open Hemel tegen.
De vorst der duisternissen zwicht,
Voor Christus is de zege!
Vrouwen Leerlingen en Kinderen
Voor Christus is de zege!
Vijanden
Het duurt geen uur,
Dan dooft die geestdrift wel,
Dit stroovuur van vervoering!
Spotters
Als we onderweg Hem tegenkomen,
Dan vallen we op de knieën
En zeggen: ‘Koning van dood en leven,
Wij groeten U!’
Profeten
Weten zult gij, dat Hij de Heer is,
Als Hij uw grafsteen opent,
U opvoert uit uw graven;
Wanneer Hij u vervult met Zijnen geest,
En als ge leven zult.
Leerlingen I en II
Voor Christus de overwinning!
Voor ons: te strijden in Zijn kracht.
| |
[pagina 79]
| |
Vrouwen I en II
Voor ons: te lijden in Zijn liefde.
Kinderen jubelen:
Voor ons: te leven in Zijn licht.
Leerlingen en Vrouwen:
Als we zijn naam op aarde noemen,
Vallen hel en Hemel beide
In aanbidding voor Hem neer.
Profeten
Hoort, hoe Hij spreekt:
‘De Vrede zij met u,
Vreest niet:
Ik ben het.
Mijn handen, ziet,
Mijn voeten’....
Eingelen
Ziet, hoe Hij staat en spreekt:
‘De Vrede zij met u.
Vreest niet:
Ik ben het.
Mijn handen, ziet,
Mijn voeten’....
Spotters en Vijanden verdeemoedigd:
Hoort, hoe Hij spreekt!
Ziet, hoe Hij staat en spreekt.
Zijn handen, ziet,
Zijn voeten.’
Allen
Wij zien!
| |
[pagina 80]
| |
Spotters en Vijanden:
Heeft Hij ons de oogen dan geopend?
Allen
Wij zien!
Vijanden
Was Hij dan toch rechtvaardig, deze mensch?
Spotters
Is Hij dan toch, die komen zou?
Engelen en Profeten:
Jesus Christus.
De Zoon van God.
Eén met den Vader en den Geest,
En waarlijk God.
Spotters en Vijanden: jubelen:
De Ver losser!
Leerlingen, Vrouwen, Kinderen: jubelen:
Onze Zaligmaker!
Allen
O filii et filiae
Rex Caelestus
Rex Gloria
Morte suexit hodie.
Alleluja.
EINDE. |
|