tief opgezweept - zich als een golfslag bewegen ging onder de doem van één woede, van één onrust, van één haat. Ook had hij leren begrijpen dat de opwinding der menigte, die meer uit instinct dan uit hersens te voorschijn kon geroepen worden, niet van lange duur bleek te zijn en dat men daarom nooit vaak genoeg herhalen kon, waarvoor men haar in beweging wilde brengen.
Men moest steeds schromelijk overdrijven om hun verbeelding te prikkelen. Lag hier niet de sleutel van het geheim hoe de massa van het grootste slavendom in revolutie gedreven kon worden en vanuit de hevigste revoluties tot het laagste knechtschap gebracht? Men moest tot de massa steeds met gestrengheid spreken, nooit uit een ontroering van goedheid en schoonheid. De massa komt niet onder de indruk van gevoeligheden en humaan respect. Slechts wanneer de tyran zijn hardheid prijsgeeft volgt de menigte hem niet meer en haalt hem van het voetstuk af.
Dit waren Marat's ervaringen! Het deed er niet toe welke sociale vooruitgang men voor de menigte preekte, maar wel welk effect men ermee bereikte. Steeds moest men met de meest kinderachtige, maar tevens ook meest absolute argumenten tot haar doordringen. Deze argumenten moesten niet beredeneerd worden, doch opgedrongen!
Met deze ervaringen als winst verdween dokter Marat uit de dorpen. Frankrijk was nog niet rijp voor het duistere sentiment, dat in zijn hart te sluimeren lag. Hij wilde het voeden en versterken tot dat de tijd gekomen was. In Engeland had de burgerij sedert de parlementaire beweging van 1688 een geest van vrijheid geschapen, die als een verlokking naar het buitenland uitstraalde. Had Montesquieu niet geschreven, dat ‘daar iedereen zijn eigen vorst is!’? Marat liet geen geschrift ongelezen en nam alles gretig in zich op, dat aan het begrip ‘Vrijheid’ enige plaats schonk. Deze honger in hem is onverzadigbaar geworden. En zoals hij eerst, vervuld van een triomfantelijke droom het Frankrijk der vrijdenkende