prik in je billen geven.’
‘Wil je me weer doen slapen?’
‘Nee juist niet, deze is om je een beetje fut te geven.’
‘Ik moet er zo vaak van pissen,’ klaagt ze.
‘Dat verbeeld je je maar.’
‘Richard heeft me gisteren geschreven.’
Maar Fally maakt een beweging met haar hoofd om mij te zeggen dat het niet waar is.
‘Hij is in Abidjan. En zeggen dat ik hem achterna zou vliegen. En nu verklaart de dokter, wat zeg ik, de drie dokters... verklaren dat ik eerst tot rust moet komen. Wat gek toch dat ik geen winkel meer in kan. Ik wil wel maar het is of ik dan geen adem meer krijg.’
‘Maak je niet druk en overdrijf niet,’ zegt Fally met haar onverschillige stem.
En die arme Fally, die naar school moet voor haar eksamen.
Ze gaat recht zitten en kijkt me weer aan met ogen die niets lijken te zien. Ze laat zich weer neervallen en begint stilletjes te schreien. Ik hurk naast haar bed en neem haar handen in de mijne.
‘Kom, kom, je moet gewoon wat rust en kalmte hebben.’
‘Ik kan wel eerlijk tegen je zijn,’ fluistert ze, met een trek rond haar mond die me koud maakt. ‘Richard is gearresteerd. Ze hebben hem verraden.’
Ze begint weer te snikken. Fally wenkt me om haar even met rust te laten.
‘Ik zal je eens laten zien wat ze allemaal te slikken heeft. In de badkamer staat een hele apotheek bij elkaar. Allemaal vergif. Ik moet er ook nog op letten dat ze er niet aan komt. Ze heeft handdoeken over de spiegels gehangen, want als ze zichzelf ziet jammert ze erover dat ze een wrak geworden is. Ze beweert dat haar borsten op gedroogde vijgen lijken en dat ze haar vingers tussen haar ribben kan leggen.’
Als Fally spreekt is het altijd of ze met alles spot, maar dat is niet zo. Ze is een beetje ongerust over haar moeder, alhoewel