Momusklanken. Gedichten in 't Maastrichtsch, Nederlandsch en Fransch(1883)–G.D. Franquinet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Levenswijsheid (Vrij gevolgd naar Horatius. Lib. II Carm. III). Hou steeds een kalm en blij gemoed, Komt onspoed u genaken; En nooit, smaakt Gij des levens zoet, Kleure overmoed uw kaken. Want sterven moet Ge; 't zij Ge in rouw Slijt al uw levensdagen, Of, bij genot van wijn of vrouw, Slechts denkt aan vreugdbejagen. [pagina 59] [p. 59] Daarom, waar eik en beukeboom Hun takken gastvrij kruisen, En 't beekje, langs fluweelen zoom, Zijn waatren zacht laat ruischen: Daar vlij op 't groene dons u neer, Bij wijn en geur van rozen, Zoolang 't behaagt ons Lieven Heer, En uwe wangen blozen. Want eenmaal staan uw oogen dof, Mensch, eenmaal moet Gij sterven, En in uw schatten, huis en hof Verkneuk'len zich uwe erven. De dood spaart niemand; noch den vorst Tot heerschappij geboren, Noch d'armen slaaf wien honger, dorst En lijden werd beschoren. Daarom, wat U het leven baar, Zij 't rijkdom of ellende, Juich niet te luid, maak geen misbaar: Aan alles komt een ende. H.J. Eymael. Vorige Volgende