‘De waarheid moet er uit, Ba Anansi, de eigenlijke Koning ben jij.’
Ba Anansi deed net of hij het niet hoorde, maar in werkelijkheid gloeide hij van trots. Hij zei: ‘Nu denk ik erover om ook voor het vogelvolk een Koning aan te stellen.’
‘Een Koning voor het vogelvolk, wie zal dat worden?’
‘Dat laat ik aan jou over, Tjotjo, maar om het je gemakkelijk te maken, sta ik je toe een ogenblikje met mijn List te praten. Doe er je voordeel mee!’
‘Voordeel mee, voordeel mee, tierelierelee!’
Ba Anansi deed het klepje in zijn voorhoofd open en List wipte naar buiten. Hij schudde Tjotjo hartelijk de hand en lachte sluw.
‘Een Koning voor de vogels, nietwaar?’ sliste hij.
‘Om u te dienen, List, tierelierelistelist!’
‘Degene die het beste is, zal het worden.’
‘Waarin moet hij de beste zijn, List?’
‘In het hoogvliegen, natuurlijk.’
‘Dat had ik zelf ook wel kunnen bedenken. Dan zal Stinkvogel het winnen. Daarvoor had u echt niet uit Ba Anansi's kop hoeven te komen, List.’
List lachte weer zijn listige lachje en kietelde Tjotjo onder zijn kleine, vlugge vleugeltjes. Tegelijkertijd fluisterde hij hem iets in zijn oor.
Tjotjo probeerde List terug te kietelen, maar dat kon niet want hij had geen lijf.
‘Hindert niet!’ sliste List. ‘Je weet nu wat je te doen hebt en daar komt het tenslotte op aan.’
Meteen glipte hij terug in zijn holletje in Ba Anansi's kop en klapte het klepje achter zich dicht.
‘Die doortrapte boef van een Ba Anansi.’ gorgelde Kaaiman, die in de weke modder aan de oever van de rivier lag te luieren. ‘Hij is er altijd op uit de wereld op zijn kop te zetten met zijn gekonkel. Waar moet dat heen, waar moet dat heen? Natuurlijk moeten er heren en knechten zijn. Tijger is Koning van de jungledieren en ik van het watervolk. En als er een Koning van de