en langs de wegen lag de modder minstens een voet dik. De laatste, verfomfaaide blaadjes, werden door de najaarswinden van de kaaltakkige boomen gerukt.
- Zouden ze hier nergens tappen? vroeg de Drupneus, die altijd dorst had.
Heel de bende ging op verkenning uit. In den omtrek ontdekten ze een herberg... En met heel veel bier begoten ze hun trieste stemming, dien avond.
Nog vier dagen zou 't aanloopen, vooraleer ze zich naar de voorposten van Diksmuide begaven. De jongens hunkerden er onwillekeurig heen. Zij voelden de temptatie van het gevaar hun lichaam bekruipen en ze hadden als een heimwee naar de loopgrachten. Zes volle weken hadden ze nu gerentenierd. 't Werd tijd dat ze 't werkelijke oorlogsrumoer weer eens gingen op vangen.
De kompanie was aangevuld geworden met jongens, die versch uit de instruktiekampen kwamen.
- Schachten! smaalden de ouderen met een goedig lachje, een beetje aanmatigend toch!
De schachten deden heel bloo in den beginne als ze de braniachtigheid der ouderen zagen. Ze leken wat onthutst. Maar een pakje tabak of sigaretten deed hen algauw verbroederen met den hoop. Ze voelden stillekens hun achterste toegaan van benauwdheid als de ouderen hen verhaalden van de schrikkelijke bombardementen. Ze luisterden naar wijze aanbevelingen en goeden raad en kozen, voorzichtigheidshalve, een oud soldaat tot makker. Die wisten 't best hoe er in