maakt door niet meteen met poëzie te beginnen, kan na een halfuur doorbijten, dertig minuten voluit zwoegen, Afrikaans lezen. Wat langzamer dan Nederlands, bij voorkeur met een woordenboek, maar u gaat snel vooruit. De tip van het hardop lezen bewijst ook goede diensten aan vrijgezellen of echtelieden die in hun eentje lezen. Hoe komt het dat het geschreven Afrikaans voor ons leesbaar, en het gesproken Standaardafrikaans voor ons verstaanbaar is?
Het Nederlands van de zeventiende eeuw (dus ook van Jan van Riebeeck en de zijnen anno 1652) is het begin, waaruit zowel het moderne Nederlands als het Afrikaans zich ontwikkeld hebben. Van de aanvankelijke ontwikkeling is weinig bekend, doordat het ‘Hooghollands’ nog heel lang in gebruik bleef als schrijftaal. In achttiende-eeuwse documenten moet je het Afrikaans dus herkennen in de fouten die de Kaapbewoners maken in hun Nederlands.
Die fouten overtuigen de taalhistorici van een ontwikkeling in de richting van het Afrikaans, lang voor de negentiende eeuw. Het ligt ook wel voor de hand dat het zeventiende-eeuwse Nederlands aan de Kaap een andere richting opging dan het Nederlands in Europa. De andere omgeving stelde andere eisen: nieuwe dingen moesten een naam krijgen. Maar belangrijker was dat er aan de Kaap ook mensen woonden met andere moedertalen.
Die talen beïnvloedden het Nederlands, wat des te makkelijker ging doordat de Nederlanders aan de Kaap bepaald geen hooggeschoolde groep literaten vormden met als eerste opdracht de Nederlandse taal van vreemde smetten vrij te houden. Er waren veel ongeletterden. De conserverende werking die uitgaat van schriftelijk taalgebruik, was dus zwak.
Khoi (‘Hottentotten’), Bosjesmannen (‘San’), Franse Hugenoten, Duitsers, de slaven uit Afrika en uit gebieden in het tegenwoordige India, Sri Lanka en Indonesië, ieder paste zich aan de taal van de ‘Kompenie’ aan en ging Nederlands spreken. Maar zoals vaker als grote groepen een nieuwe taal overnemen, leidde dit tot vereenvoudiging (‘creolisering’). Tegelijk werden elementen van hun vroegere talen in het nieuwe Nederlands opgeno-