Tpalays der gheleerder ingienen, oft der constiger geesten(1556)–Frans Fraet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio Diiijv] [fol. Diiijv] l. Die eene gheeft wijn, ende die cortse heet // heeft Tschijnt dat hi hem leet // heeft, in sulcx exploot Den wijn is heet, diemen hem bereet // heeft Ende de cortse sghelijcx, het is sijn doot Het is den patient eenen grooten wederstoot Tsghelijcx den Prince niet verstandich // is Die den sot gheeft digniteyt, oft officie groot Duer die ghifte hi meer onghe handich // is De sulcke, hoe hooge, hoe meer onuailiandich // is Macht hebbende om rapen om scrapen Exempel in sijn siecte, hi meer brandich // is Om te eten, ende te scheeren die arme schapen. Vorige Volgende