Tpalays der gheleerder ingienen, oft der constiger geesten(1556)–Frans Fraet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio Cvijr] [fol. Cvijr] xxxix. Ist dat den Leeu ouer eenen hoop heeft regement Hebbende present // by hem niet dan herten puere En ter ander sijden coemt een hert seer diligent Verselschapt niet dan met leeuwen tot dier vre Die hem is bestootende, achter ende vuere Dien Leeu sal de herten leueren eenpaer Midts dat een hert vuert groot van valuere Haren standaert, cloeckmoedich sonder vaer Stout volck hebbende een hoot, het is openbaer Bloy sijnde, sullen selden hebben victorie Sgelijcx bloy volc, hebbende een stout hoot voorwaer Diese conuoyeert, sullen vercrijghen glorie. Vorige Volgende