Tpalays der gheleerder ingienen, oft der constiger geesten(1556)–Frans Fraet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio Cviv] [fol. Cviv] xxxviij. Tvoghelken gheuanghen inde giole moet leuen En sietmen niet begheuen // sijns sancx inuentie Tis euen blije, al sittet verdreuen Hem seluen troostende volder excellentie In teghenspoet hoortmen sijn soete eloquentie Dits een exempel voor die sijn infortunaet Dat elck bedructe in sijn penitentie Hem sal verblijden, en nemen vruecht hoet gaet Bedructheyt en mach v niet baten, dit verstaet Ia v meer argheren in v turbatie. En nv men duer druck gheen remedie en ontfaet Slacht het voghelken, ende bidt God om gratie. Vorige Volgende