Boomkikker zingt!
(2009)–Carine Fraanje– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |
[pagina 22]
| |
[pagina 23]
| |
Stilletjes klommen Brulaap en Toekan weer naar boven. Ze wilden dat Boomkikker stopte met zingen. Maar dat durfden ze niet tegen Boomkikker te zeggen. Wat moesten ze nu doen? Toen Toekan zo hard was gaan fluiten, was Boomkikker niet gestopt. Ook niet toen Brulaap hard had gebruld. Boomkikker was gewoon blijven zingen. Ze dachten diep na. ‘Misschien helpt het als ik heel hard aan de boom schud,’ zei Brulaap. ’Misschien heeft Boomkikker jouw fluiten niet gehoord, omdat hij zelf zo hard zong. Als ik heel hard aan de boom schud, dan zal hij toch wel stoppen met zingen?’ Dat leek Toekan een goed plan. En dus pakte Brulaap zich stevig vast aan een tak. Hij begon hard op en neer te springen en te trekken aan de tak. Brulaap sprong steeds harder. Hij trok steeds harder aan de tak. Net zo lang tot de hele boom stond te schudden.
Toen stopte het zingen... | |
[pagina 24]
| |
Boomkikker was verbaasd. Plotseling ging zijn tak schudden. Eerst langzaam, maar steeds harder. Boomkikker kon zich goed vastplakken met zijn pootjes met zuignappen. ‘Wat is dit?’ vroeg Boomkikker zich af. ‘Waar komt dit geschud vandaan?’ Dit had hij nog nooit meegemaakt.
Na een tijdje stopte het schudden. Langzaam durfde Boomkikker de tak los te laten. Hij keek in het rond of hij ergens een dier zag, aan wie hij kon vragen wat het was geweest. Hij keek naar beneden, daar zag hij niets. Alleen boomluizen die driftig op en neer bleven klimmen. Hij keek naar links en rechts. Daar zag hij ook niets. Boomkikker keek naar boven. Daar zag hij de fel gekleurde snavel van Toekan door de bladeren schitteren. Naast Toekan zag hij Brulaap zitten.
‘Héé, héé Toekan, voelde jij dat ook?,’ riep Boomkikker opgewonden. ‘Onze boom begon gewoon te schudden. Zomaar! Brulaap, heb jij het ook gemerkt?? Wat was dat?’ Snel klom Boomkikker naar boven in de boom. Toen hij bij Toekan en Brulaap was, stond hij te trillen op zijn pootjes. Zo hoog was hij nog nooit geweest. Hij plakte zich met zijn zuignapjes goed vast op de tak. ‘Als de boom nu maar niet opnieuw gaat schudden,’ dacht Boomkikker. |
|