Geestelyck lietboeck genaemt de Basuyn
(1626)–Simon Jansz Fortuyn– Auteursrechtvrij
[pagina 24]
| |
Op de wyse: Een heb ick uyt-vercooren, al in het herte mijn.
Ga naar voetnoot1GHy Mensch van Godt geschapen
Verdoolt wijt ende veer,
Neemt van dees wegh een keer,
Ga naar voetnoot2En zijt niet meer Baals knapen,
En doet na zijn begheer.
Wilt ghy by Gode leven
En zijn Hemelschen Vaer,
So moet ghy volghen naer,
Ga naar voetnoot3So wy vinden gheschreven,
Ga naar voetnoot4Zijn voetstappen, 't is waer,
In cruys en lyden swaer.
Ga naar voetnoot5't Hooft is ons voor ghetreden
Met smart en pijne groot,
Lydende groot aenstoot,
| |
[pagina 25]
| |
Om ons, zijn swacke leden,
Te verlossen uyt noot,Ga naar voetnoot6
Heeft hy ghesmaeckt die doot.
Ons cruys heeft hy gedragen,Ga naar voetnoot7
En oock betaelt ons schultGa naar voetnoot8
Goetwilligh met ghedult,
Oock gheleden veel slaghen,
En die Schriftuer vervult,
Ons te verwerven hult.
Souden wy dan niet lovenGa naar voetnoot9
Die ons dus heeft bevrijdt
Wt duyvels strick en strydt,
En die noch zit hier boven,
En bidt voor ons altydtGa naar voetnoot10
Zijnen Vader met vlyt.Ga naar voetnoot11
O Prince Godt der Goden
Wy vallen u te voet,Ga naar voetnoot12
En bidden met ootmoet: Ga naar voetnoot13
Dat ghy doch u gheboden
Met rechte ware boet
In ons hert groeyen doet.
'T mist wel meer. |
|