Frans Coenen
(1981)–Jan Fontijn, Gideon Lodders, [tijdschrift] Engelbewaarder, De– Auteursrechtelijk beschermdbron
Jan Fontijn en Gideon Lodders, Frans Coenen. De Engelbewaarder, Amsterdam 1981
codering
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
logboek
-
verantwoording
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: T 6657 [20]
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Frans Coenen uit 1981 van Jan Fontijn en Gideon Lodders. Deze titel is verschenen als het twintigste nummer van tijdschrift De Engelbewaarder.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
voorplat: in het origineel is een gedeelte van de tekst onleesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (2, 4, 6, binnenkant achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[ voorplat]
De Engelbewaarder
[2]0
Frans Coenen
[ binnenkant voorplat]
De Engelbewaarder
kwartaalschrift van de Stichting Vrienden van het Amsterdamsch Litterair Café
De Engelbewaarder
vijfde jaargang - oktober 1980
Redactie
Rob Grootendorst
Toke van Helmond
Bas Lubberhuizen
Thijs Wierema
Redactieadres
Thijs Wierema
Keizersgracht 139
1015 CK Amsterdam
Telefoon 020-242950
('s avonds)
Zetwerk
Zetterij Middleton
Druk
Leeuwenberg
Vormgeving
Leo Creton
Abonnement
f 37,50 per jaargang
bij vooruitbetaling
Losse nummers
f 10,- + f 2,- portokosten
Postgiro 4475900
t.n.v. De Engelbewaarder
Amsterdam
Omslag
Schilderij van Frans Coenen uit 1894/95 door
F. Hart Nibbrig (1866-1915)
[pagina 1]
FRANS COENEN
[pagina 3]
Frans Coenen
door Jan Fontijn en Gideon Lodders
De Engelbewaarder/Amsterdam 1981
[pagina 5]
INHOUD
Vooraf | 7 |
Biografische schets | 9 |
Dagboek | 13 |
Familieleven | 17 |
Levensbeschouwing | 45 |
Coenen en de erotiek | 60 |
Sociale bewogenheid | 103 |
Coenen en de kritiek (1889-1906) | 143 |
Onpersoonlijke herinneringen | 161 |
Anderen over Coenen | 199 |
Bibliografie | 225 |
[ achterplat]
Frans Coenen (1866-1936) was een veelzijdig en produktief schrijver. Opgegroeid in een muzikaal milieu - zijn vader was componist en jarenlang directeur van het Amsterdams conservatorium - ontpopte hij zich in het begin van de jaren negentig als auteur van zeer pessimistische verhalen en romans, die door de critici uit die tijd bijzonder werden geprezen. Het conservatorschap bij het museum Willet-Holthuysen bood hem alle gelegenheid om zich aan het schrijven te wijden. Hij werd een gewaardeerde medewerker van het befaamde weekblad De Kroniek en De Amsterdammer, waarin zijn soms meesterlijke columns grote vermaardheid verkregen. Scherp en met veel ironie analyseert hij hierin de maatschappelijke ontwikkelingen van zijn dagen. En daar bleef het niet bij. Hij schreef ook grote essays over door hem bewonderde tijdgenoten (o.a. Strindberg en Ibsen) en een boeiende verhandeling over de Beweging van Tachtig. Als criticus op gebied van toneel, muziek en vooral van literatuur werd hij gevreesd. Hij had een grondige hekel aan gewichtigdoenerij en literaire pretenties en liet dat ook in zijn kritieken afdoende blijken. Daarnaast echter stimuleerde hij talentvolle auteurs, zoals Carry van Bruggen en Van Oudshoorn.
Dit boekje wil een aantal facetten van deze veelzijdige persoonlijkheid nader belichten. De nadruk valt hierbij op de periode tot 1907, het jaar waarin hij voorlopig een punt zette achter zijn activiteit als romancier. Meer dan tot nu toe is gebeurd, staat het leven van Coenen, zoals we dat leren kennen uit zijn unieke dagboek en zijn brieven, centraal. Leven en werk blijken een hechte eenheid te vormen.
Bij hun onderzoek zijn de auteurs, Jan Fontijn en Gideon Lodders, ook op tal van andere belangwekkende documenten gestuit. Zo is in het hoofdstuk ‘Coenen en de erotiek’ een tot op heden onbekende brief van Carry van Bruggen aan Frans Coenen opgenomen.
Verder veel aandacht voor de achtergronden van zijn bekendste roman: Onpersoonlijke herinneringen.