Focquenbroch. Bloemlezing uit zijn lyriek(1946)–Willem G. van Focquenbroch, Willem Frederik Hermans– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] Aan juffr. N. Tweemaal gaf ik aan u myn liefde en ook myn hart; Tweemaal heb ik u die weer te gelyk ontnomen; Tweemaal deed ik een eed van nimmer weer te komen; Tweemaal verbande ik u als oorzaak van myn smart; Tweemaal begaf ik my gewillig in uw banden; Des eer 'k ten derdemaal, my in uw liefde geef, Zo zweer 'k ten derdemaal, dat eer ik dat beleef, Ik eer voor d'eerstemaal u levend zag verbranden. Vorige Volgende