Focquenbroch. Bloemlezing uit zijn lyriek(1946)–Willem G. van Focquenbroch, Willem Frederik Hermans– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Aan Klorimene Toen ik u lestmaal, by de lelien en rozen; Zo helder pronken zag, en met zo purpren bloos, Zo dacht my, dat uit spyt de roos verbleekte in 't bloozen, En dat met een uit schaemt' de lelie wierd een roos. Zo doet uw schoone verf de roos en lelie duiken, En maakt dat in uw hof, uit hartzeer en verdriet, De bloemen altemaal verdorren op hun struiken, Omdat men schoonder bloem op uwe kaken ziet. Vorige Volgende