radio-electrieker vergastte ons op een flesch wijn van voor den oorlog en zijn charmante jonge vrouw toonde ons met fierheid haar jongstgeboren baby en zijn pittig broertje.
Intusschen heeft het verlof zijn hoogtepunt bereikt, de schoonheid voor het begin van het einde. Het laatste paar dagen hebben we rijkelijk geluierd. We aten op onzen honger het degelijke korenbrood en dronken op onzen dorst... koffie. We lieten ons in de zon bruin bakeren of dwaalden na een frissche regenbui door de heide, die dàn het schoonst is. Ach, Neleke, op dezen laatsten verlofdag schrijft je een gelukkig man.
Bij Mercator nochtans staat de geluksbarometer een paar graden lager. Hij genoot wel van dezelfde schoonheid, vreugde en goedheid, maar een dom tegenvallertje heeft hem op zijn zwakste plek getroffen en zijn optimisme ietwat getaand, te meer daar ik er steeds bij ben om hem den duvel aan te doen.
Mercator, met alle respect dat ik aan een zoo geleerden dertiger schuldig ben, heeft welige blonde lokken, waarop hij met reden fier gaat, en die hij zoo lang laat groeien als de welvoeglijkheid het eenigszins toelaat. Bij het snikheet weer van voor een paar dagen kon hij het nochtans niet meer keeren, en na een moeilijke maar sublieme zelfoverwinning besloot hij, ze toch wat te laten kortvleugelen. Nu moet je weten, dat we hier acht dagen op een pracht van een dorp zijn blijven pleisteren, ver van de wereld en haar moderne misvormingen. Op zichzelf is dat een niet te schatten weldaad, behalve als men een haarkapper noodig heeft. Maar behelpen kan