dingen denken. Mercator was voor een paar dagen uithuizig en ik moest dan nog mijn bezoek aftelegrafeeren, omdat ik de eenige autobus niet kon halen, - nu ja, iedereen kan zich al eens verslapen, niet? Ik zat daar zoo een beetje verloren te kijken, Neleke, en wist niets beters te doen dan een beetje te piekeren.
Op dagen die zoo te paard zitten op twee seizoenen, ben je toch ook maar een half mensch. Je hebt reeds den winter afgezworen en op de lente gewed. Maar het gebeurt dan, dat het koud genoeg is om winter te zijn en dan weer twijfelzonnig, om aan de lente te doen gelooven. Wat moet je dan doen? Je probeert alle mogelijke dingen, maar boek noch schrift kunnen je belang inboezemen, omdat de kilte van de kamer zich tusschen je lichaam en je kleeren heeft genesteld. En dat aapje van een Jackie laat zich natuurlijk op zoo een oogenblik ook niet zien. Dan heb ik maar een drastisch besluit genomen, en bij ontstentenis van Mercator's verbiedenden blik, heb ik het allerlaatste hout bovengehaald en een profijtelijk vuurtje aangelegd. Met de eerste warmte vermengden zich de gezellige walmen van mijn pijp, die ik tot scha van mijn rantsoentje tabak dien dag niet uit den mond heb gelaten, want mijn Vega's waren ook al op. Maar ik kwam er dan toch weer in en kon werken. De rest van den dag was gered.
Ik was er af en toe nog wel een beetje mee bezig, hoe ik aan Mercator het geheimzinnig verdwijnen van ons laatste hout zou verklaren, toen een sympathiek briefje van het gemeentebestuur me berichtte, dat we drie kubieke meter hout in het bosch mochten afhalen en zoowaar...