trekken, er geen lokomotief voorhanden was. En dan nog twee uur oponthoud, ergens in 't vlakke veld. Nu, een grapje was het niet geweest. - Ik liet hem maar uitpraten, dat is het beste middel om in zoo'n toestand iemand te kalmeeren. Trouwens het doel van den tocht kwam in 't gezicht en ik had werk genoeg met het schouwen der omgeving. We vertraagden onopgemerkt den pas en ik bestudeerde voorzichtig mijn vriend, om zijn reacties waar te nemen. Want dit was het oogenblik dat over het wel en het wee van een ganschen winter zou beslissen.
Ineens stokte Mercator's woordenvloed, een paar woorden vielen nog van zijn lippen die hij niet meer kon weerhouden, dan was het zwijgen en kijken, tot een kort fluiten zijn bewondering uitdrukte. Hij had ineens het landschap ontdekt, dat langs alle kanten ontvluchtte en toch met den blik te meten was. En direct daarachter zag hij de bungalow, waarover ik je vroeger schreef. Hij had slechts één oogenblik noodig om het verband tusschen die twee dingen te snappen, - wij twee waren de schakel in de redeneering, - en zuchtte toen eens diep. Hij sprak geen woord, maar ik zag aa nzijn glimlach dat hij gewonnen was. Ik haalde den sleutel te voorschijn en wij betraden met schroom en blijdschap ons toekomstig heiligdom.
Onze inspectie viel natuurlijk schitterend mee. Mercator had zoowaar een plaatsje voor zijn aardbol gevonden! - en we waren eensgezind om te bevestigen, dat we dezen winter dit huis moesten bewonen of dat we geen gelukkige menschen zouden zijn.