Heiruiker(1935)–Emiel Fleerackers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Hei-liefde In het hartje van de hei huist een pover paarke, dood versleten allebei, moeierken en vaarke. Maar in 't groene mastebosch zingt de vinke luid en los: zoewiet, zoewiet, zoewiet. Een hutteke: twee zielekes zitten hier te samen. Amen. In den schaamlen, scheeven stal loeit hun koeike Blare, en zijn dunne ribben al steken door zijn haren. Maar in 't groene mastebosch zingt de vinke luid en los: zoewiet, zoewiet, zoewiet. Een koeike dat twee zielekes leven laat te samen. Amen. [pagina 71] [p. 71] Voor hun kleinen appetijt op de manke tafel, staat een steenen bord bereid met pattatenkafel. Maar in 't groene mastebosch zingt de vinke luid en los: zoewiet, zoewiet, zoewiet. Een bordeke: twee zielekes eten 'r uit te samen. Amen. Tusschen haard en oude kas staat de beddestede, met 'n harde stroomatras voor hun stijve leden. Maar in 't groene mastebosch zingt de vinke luid en los: zoewiet, zoewiet, zoewiet. Een beddeke: twee zielekes zeulen hier te samen. Amen. Komt de dood eens door de hei op haar wiel gereden, neemt ze zeker allebei de oude boerkes mede. Maar in 't groene mastebosch zingt de vinke luid en los: zoewiet, zoewiet, zoewiet. Een kruizeke: twee zielekes wachten hier te zamen. Amen. Vorige Volgende