door 't plafond heen; en als vuurwerk, 's avonds, werd een petroolput in de vlam gezet... Enfin, 't kostte miljoenen!... En de menschen zeiden zoo: ‘Wat 'ne (milde!) vader!... Wat een offer hij brengt voor zijn duurbare dochter!’ Maar drie dagen later sloeg de petrool twee centen per liter op, over de gansche wereld... en op veertien dagen tijds, had de petroolkoning zijn (milde!) miljoenen driemaal terug, de sloeber.
Bertje! zóó moog je niet doen, nie'waar! ...en als gij een offer brengt en plengt, sla sapperdeboere! de petrool niet op!... Want alweer, waar bleef het sacrificie?... en waar dus de verdienste?...
Zoodus, geef gij, netjes en properkes, uw eigen twintig centen!
En zegene u O.L. Heer, - u en uw (milde!) aalmoes!...
Bij 't herlezen van mijn brief, begin ik te peinzen, dat de pater-missionaris over missie-aalmoezen misschien een andere opinie koestert dan de mijne; en dat hij, A.M.D.G., toch liever 20 franken ziet komen van Nonkel dan twintig centen van Neef. En was ik missionaris, dan zou ik ook de opinie koesteren, - A.M.D.G. En daarom was ik van zin u twintig franken te zenden; maar zoo juist is de perekwatie van de pastors binnengevloeid... en:
Suave est ex magno sumere acervo!... 't Komt van den grooten tas - en 'k zend er u: 50!... zegge en schrijve; vijftig!...
Maar... Bertje!... MAAR!... als ge dit briefje nu in de schaal legt, doe dat niet met een breed gebaar