het Nederlandsche zeewezen; M. Sabbe: het leven en de werken van Michiel Deswaen, 1906; Dr. V. Celen: Werken van M. Deswaen.
In meest al. de Fransche werken, komt Jan Bart, als zeeheld op het voorplan te staan; maar als zeeheld die zijn Vlamingschap, zooniet verbeurd, dan toch verloren had. Rechtvaardigheidshalve meenden wij het ons ten plicht deze voorstelling terug recht te zetten. De oorkonden leeren ons, dat in het woelig tijdsgebeuren van toen, Jan Bart een uitblinker was onder zijn volk. Dit volk was hét Vlaamsche kustvolk dat door staatkundige verwikkelingen, in een vreemd staatsverband terecht kwam. Dit volk en deze kust bleven, voor de Vlaamsche gemeenschap, verloren. Ook Jan Bart onderging hetzelfde lot. Wat men over Jan Bart wilde behouden, werd op het voetstuk geplaatst. Jan Bart als godsdienstig mensch, als Vlaming en als Vlaamsch Zeeman, verdween van het erf. Stelselmatig werden deze raseigenschappen in den vergeethoek geduwd. Wij zelf negeerden ze en wierpen Jan Bart, overboord. Deze vergetene, deze verstootene verdiende wat anders. Door hem en door zijn naam immers bleef het Vlaamsch bewustzijn, langs deze kust en in de zeevolkmiddens van den Westhoek voortleven. Als hij stierf was dit stuk Vlaamsch land reeds vijftig jaar onder Fransch beheer. Zijn leven en heldendaden werden echter in 't Vlaamsch bezongen. Een treurzang ging rond onder het volk. Hij was in de Vlaamsche taal gesteld. Enkelen hebben hierin een pennevrucht van Michiel Deswaen willen herkennen, anderen hebben het den rederijker-chirurgijn Domien Dejonghe toegeschreven. Het verscheen bij drukker Labus in 1719.
Ontelbare liedekens zijn op Jan Bart en op de familie Bart gedicht geworden. Ze worden heden ten dage nog