stad dreigde te spoelen. ‘De mensen raken geheel buiten zinnen. Mijn beste klanten houden schietoefeningen op mijn koffer, bij Sacher verkopen ze taarten in de vorm van tulbanden, in het Prater hebben ze Turkse schommels, je collega's bieden hun klanten Turkse baden aan en in de cultuurschouw las ik dat men zelfs aan het hof Turkse geneugten serveert.’
‘Turkse geneugten, Turkse baden?’ Mitzi's ogen begonnen te stralen. ‘Vertel me daar eens iets meer van, Kaspar.’
‘Zie je wel,’ beet ik haar toe, ‘je bent al niet beter dan de rest. Ik weet niet wat Turkse baden zijn en als de keizer zich tegoed doet aan Turkse geneugten, dan moeten dat hele fatsoenlijke geneugten zijn.’
‘O, je houdt je van den domme, Kaspar, je weet het allemaal best. Je komt toch zoveel onder de mensen?’ Mitzi strekte zich op bed uit.
Turkse geneugten, Turkse baden, ik had de woorden alleen maar bedacht om haar op de ernst van de situatie te wijzen. Eigenlijk zou ik best wel willen weten wat die Turkse genoegens inhielden. Ik durfde er wat om te verwedden dat juffrouw Kamenow me dat wel zou weten te vertellen, ze maakte tenslotte een studie van de Turkse zeden. Zou het iets met kromzwaarden te maken hebben, met Turkse trommen, met zwepen, ketens, boeien?
‘Er waaien geen hoge hoeden meer, geen paraplu's.’
‘Turkse baden, o, Kaspar, stel je voor...’
‘Ik weiger om me daar iets bij voor te stellen, Mitzi. Ik ben een trouw onderdaan van Zijne Majesteit de keizer. Ons land is altijd een fatsoenlijk land geweest en bijgevolg ik dus altijd een fatsoenlijk mens.’
‘Dan vraag ik me af wat je hier doet.’
Zo'n antwoord had ik natuurlijk kunnen verwachten. Voor wie de ontucht bedrijft met hele regimenten is niets