El sisilobi, of het basisonderzoek
(1969)–L.H. Ferrier–
[pagina 11]
| |
[II]- Ik verwacht je al vanaf twaalf uur. - Dat zijn de verwijtend klinkende woorden waarmee Ladyan hem begroet als hij de winkel binnenstapt. Hij doet alsof hij niets hoort. Gaat naar haar toe en kust haar over de toonbank heen. Er is niemand in de zaak. Ze streelt zijn haar en ziet dat hij erg moe is. - Vanavond kom ik direkt naar je toe. Om halftien ben ik bij je. - - Pas om halftien, schat...? - - De AMS-groepGa naar voetnoot1 heb ik tot negen uur. - Hij drukt even zijn voorhoofd tegen haar hals en laat haar dan los. - Breng je me niet eerst naar huis, schat? - - Nee, dat kan vandaag niet want... - - Heb je weer te veel bier gedronken...? - - Nee, ik kán je niet naar huis brengen. Je ziet toch dat ik te voet ben. De auto is niet in orde... - - Wat? En je zegt dat ik nu vaker moet rijden...! - - Luister, vanmorgen heb ik hem naar de garage gebracht. Krijg hem vanmiddag terug. En ik héb niet te veel bier gedronken. Ik drink nooit te veel. Nóóit! Dat weet je. - - Je bent erg prikkelbaar, schat... - - Ik ben doodmoe. Ik wil naar huis. - - Naar huis? Jouw huis? Ineens moet je naar je huis... je huis! Zo heb je mij dus... ja... je huis! - - Kom, laten we geen ruzie maken. Wat doen we vanavond? We kunnen nog naar de bioskoop. Wil je gaan rijden, ...ergens zitten? - - Nee, ik wil gaan rijden, rijden. Ik wil mijn rijbewijs hebben. Zo gauw als dat maar kan. - - Je hebt nog drie weken de tijd. Het examen haal jij zeker! En dan, dan heb je mijn auto dag en nacht tot je beschikking. Wat zeg je daarvan? - Hij omhelst haar en kijkt lang in haar ogen. - Tot ik er zelf een heb, - fluistert ze bijna, ...een nieuwe toch? Goedoe? -Ga naar voetnoot2 | |
[pagina 12]
| |
- Durf je nog niet met me naar de bioskoop, of ergens anders waar we niet alleen zijn? - vraagt hij op dezelfde fluistertoon. - Ach, je weet dat het daar niet om gaat... Iedereen weet het al. - - Kan jou dat geleuter schelen. Je moet er gewoon lak aan hebben! - Ze zwijgen beiden. Hij beantwoordt dan de vraag die zij met haar ogen stelt. - Mijn vrouw heeft me niet dit laten merken. Ze weet het niet. - - Ze moet het weten. Ze weet het nog... niet. - Buni zoent haar zoals hij haar begroet heeft. Hij zoent haar over de toonbank heen. Het is allang één uur geweest. De zaak had al gesloten moeten zijn. Er is niemand in de zaak. - See you tonight, baby... bye. - - Bye. - Zijn vrouw heeft er nog niets van gezegd. - Weet ze het al? Weet ze het nog niet? Ze moet het weten. Hier in deze stad blijft niets geheim. Er wordt vreselijk geroddeld. Zij doet daar hard aan mee. - Roddelpraatjes geven vaak aanleiding tot bijna slaande ruzies. Die belt weer daarvoor op. Die komt weer daarmee aan. Al die praatjes, stories genoemd, hebben hetzelfde thema. Een soort stripverhaal voor mondelinge overlevering. Hij scharrelt met die. Het is niet waar. Ken je haar? Kijk, daar staat ze. Zie je niet dat ze zwanger is? En hij al getrouwd. Een ander heeft zijn buitenvrouw een auto cadeau gedaan. Een nieuwe. Hij heeft overal schulden. Gisteren heeft hij zijn vrouw weer vreselijk gerammeld. Gisteren? Hij rammelt haar iedere dag! De hele buurt staat te kijken. Buitenmannen, weliswaar zeldzaam, ontbreken niet. Door hun veel hogere publiciteitswaarde winnen ze het van de dagelijkse roddelpraatjes over buitenvrouwen. Zeker vanwege de zeldzaamheid. Ze roddelt omdat ze er heilig van overtuigd is dat het haar nooit zal overkomen. Ze denkt dat ze moet treuren om enkele vriendinnen en onze buurvrouw. Misschien speelt ze een vreselijk gemeen spel met me. Weet alles van mij en Ladyan tot in de | |
[pagina 13]
| |
finesses. Doet alsof ze niets vermoedt. Ja, ze is het roddelen te boven. Wisselt ervaringen uit met haar lotgenoten. Verstrekt de nodige informatie aan vriendinnen, die door het lot getroffen dreigen te worden. Op die manier leeft zij haar platvloerse jaloezie uit! Ellendeling! Ze kan liever direkt opdonderen! Ik neem dit niet langer! Het is niet erg een buitenvrouw te hebben. Anderen met hoge funkties, houden er ook een op na. Je gezin moet er niet onder lijden. Mijn gezin lijdt er niet onder. Wat komen ze tekort? Niets! Niets! Zij betaalt mijn liefde voor Ladyan niet met het pak slaag dat ik haar moet geven. Het is volkomen normaal. Ja, zelfs gezond dat ik van Ladyan houden kan. Een tweede vrouw. Een buitenvrouw. Dit leven is helemaal poly. Mono wordt het als je er een dosis wettelijke verantwoordelijkheid in giet. Liefde bestaat uit en in het plurale. Een herhaalde leugen dat je maar een keer bij een vrouw bloeien kunt. Een paar jaar maar. Dan moet je vijftig of zestig jaar over het afsterven doen. Je bloeit, je begint iedere dag opnieuw. Ik klamp me niet vast aan een afspraak uit een ver verleden. Ik moet een eind maken aan die nog verder rottende mislukking om opnieuw, helemaal opnieuw te beginnen. Nu! Buni maakt alles niet eenvoudiger met zijn ideeën, waarmee hij zichzelf gerust tracht te stellen. Die ideeën heeft hij tot de zijne gemaakt. Ze waren niet van hem. Hier moet bij vermeld worden dat hij zijn vrouw donderdag- of vrijdagavond inderdaad niet begint af te ranselen totdat ze met de vier kinderen - drie jongens en een meisje - voor het weekend huilend naar haar moeder in de Gongrijpstraat vlucht. Hij en Ladyan hebben het huis dan alleen. Op het laatst krijgt zijn vrouw er wel genoeg van. Komt ook niet meer terug... Hij gaat niet naar de Gongrijpstraat om haar terug te smeken. Ze gaat werken. Als een beest! Ze moet voor zichzelf en de kinderen zorgen. Ladyan neemt haar plaats in, zij krijgt niets. Geen cent! Dat gebeurt bij Buni thuis niet. Misschien nog niet. In elk geval, gelukkig dat het nog niet zover is. Ladyans moeder neemt alles heel gewoon op. Ze scheldt Buni niet uit. Werpt hem ook niet een alles vernietigende blik toe, als | |
[pagina 14]
| |
ze er achter komt dat de man, die met haar jongste dochter scharrelt, al getrouwd is. Vier kinderen heeft en dat de vijfde Ladyans eerste zijn zal. Wil ze niet zo'n kleinkind, dan zal ze hem zó aankijken, dat hij haar zwarte, vals fonkelende ogen zijn leven lang herinnert en sidderen van angst als hij ze voor zich ziet. Ladyan beklaagt zich ook niet bij hem dat het haar thuis onmogelijk wordt gemaakt. Ze loopt ook niet met zelfmoordplannen rond omdat de hele situatie haar om andere redenen ondraaglijk en onhoudbaar is. Het tegendeel is waar. Ze is gelukkig. Heel erg gelukkig. Hij ook. Alleen in het begin moet iemand, hij weet niet meer wie, haar verweten hebben dat zij achter hem aan zeurt. Net zolang tot ze haar zin had. Een kind van hem. En dit terwijl ze drommels goed weet dat hij al getrouwd is en vier kinderen te verzorgen heeft. - En wat dan nog? Bemoei je met je eigen zaken! Kijk liever naar je zuster! - antwoordt Ladyan volgens haar terecht. Ze weet toevallig dat de lasteraar zijn zuster een derde kind verwacht van haar vierde man. En die is ook al getrouwd met iemand anders. Ook stapt er eens zomaar een wildvreemde man de manufakturenzaak, waar ze werkt, binnen om haar allerlei ongepaste vragen te stellen. Ze staat er perplex van en beantwoordt alles. - Verdient u genoeg? - - Ik kan er mee uitkomen. - - Hoe oud bent u? - - Tweeëntwintig. - - Bent u getrouwd? - - Nee. - - Hebt u een vriend? - - Ja. - - Hebt u al kinderen? - - Nee. - - Wanneer trouwt u? - - Ik weet het niet. - - Is uw vriend al eens getrouwd geweest? - - Hij is nog getrouwd. - - Woont hij bij u? - - Nee, bij zijn vrouw. Ik woon bij mijn moeder. - | |
[pagina 15]
| |
- Vindt u het niet erg om ‘maar’ iemands buitenvrouw te zijn? - - Ik houd van hem. Ik heb er nooit zo over nagedacht. - - Laat uw vriend zich straks van zijn vrouw scheiden? Denkt u dat? - - Nee. En ik denk het ook niet. - De man kijkt even van zijn notitieblok op. Een mengsel van ernst, medelijden en vermoeidheid. Een knippering. Zijn geweten spreekt. Alles verdwijnt. Met een broederlijke bezorgdheid tracht hij haar blik te vangen. Zij ontwijkt zijn ogen. Ogen van een man. Een andere dan Buni. Toch is er nu een groter vertrouwen tussen hen. Hij voelt dat en gaat verder. - Straks krijg je een kind van hem. Hij zal niet met je trouwen. - - Ik ben niet zwanger. Al houd ik van hem, en is hij getrouwd, wil dat nog niet zeggen dat ik een motjoGa naar voetnoot1 ben. - Weg alle vertrouwen! - Dat bedoel ik niet. - - Ja, maar zo worden die dingen gezegd. - - Heb je plannen om hier weg te gaan? Er zijn weinig mannen hier van jouw leeftijd. - - Waarheen? - - Naar Holland. Dit jaar misschien? - - Ja! - Ladyan liegt dit alles overtuigend -ja-. Ze wil zich alleen maar een beetje rehabiliteren. Ze gaat niet naar Holland. Ze gaat niet weg, hier. Het is wel waar dat ze geen motjo is en dat ze geen kind van Buni verwacht. (Nog niet.) Maar als ze wel een kind van Buni verwacht, vermoedt ze niet in het volgende stadium van een proces beland te zijn, dat sociologen vele hoofdbrekens en slapeloze nachten bezorgt. Als goden verjagen zij deze krotgeesten, die kolonisten uit de duisternis opriepen. Eerst amuseren en verrijken zij zich met hen. Ze gaan heen. Op een afstand amuseren en verrijken zij zich telkens en telkens weer als ze zien hoe destruktieve chaosmonsters zich krachtig voeden met de krotgeesten. | |
[pagina 16]
| |
Niemand kan Ladyans toekomst voorspellen. Zij is niet het laatste schaakstuk in de hand van een machteloze verliezer. Misschien is ze zelf de machteloze verliezer, die het laatste stuk als verloren moet beschouwen. De stukken bergt men op. Het spel is ten einde. Wie haalt het weer te voorschijn voor een nieuw spel? Waarom weet iemand waar de winnaar plaats zal nemen en wie zijn verliezer is, die tegenover hem zit? Wat doet Ladyan straks, als Buni het uitmaakt? Werken. Opnieuw beginnen misschien. Een tweede man. En Buni? Ladyan verwacht haar tweede kind. Een derde. Haar moeder gaat dood. Ladyan kan niet meer gaan werken. Thuis moet ze zelf voor de kinderen zorgen. Komt er eens een redder, de vader van haar vierde kind, die haar mee neemt naar zijn arbeiderswoning om goed voor haar te zorgen en haar eindelijk werkelijk gelukkig te maken? Zal ze zo vaak, steeds weer met een ander opnieuw moeten beginnen? Opnieuw met een onbekende ander. Niet met een bekende, die steeds vernieuwt? |