Er kwamen een paar stadsmensen, die bij de dokter op bezoek waren geweest en zo kon ik gelukkig naar de stad.
Van Wiro moest ze het drankje, dat flink schuimde, lauw drinken. Nadat iedereen naar bed was gegaan, warmde ik het in een quaker oats-kan op en bracht het haar in haar geëmailleerde kroes. Toen ik twee dagen later naar huis terug fietste, wist ik niet hoe hartelijk ik Wiro moest bedanken voor zijn hulp. Ik durfde hem niets te geven, want dat zou hij misschien niet willen hebben.
Wiro heb ik niet meer gezien en zijn vrouw ook niet. Ik weet niet of ze al dood zijn. Maar Irène zal ik nooit meer terug zien omdat ze werkelijk dood is. Ik was nog geen jaar weg toen het gebeurde. Er waren behoorlijke ruzies tussen haar, mijn grootmoeder en mijn nichten geweest. Iemand had lopen vertellen dat zij met een Chinees leefde en mijn grootmoeder had haar toen weggestuurd naar haar stiefmoeder en haar vele halfbroertjes en -zusjes. Haar moeder was dood en haar vader leefde nu met deze ellendige vrouw, die niets moest hebben van haar en haar enige volle broer. Die broer ging weg als verstekeling aan boord van een k.n.s.m.-passagiersschip. Toen ze hem op de route naar Nederland ergens op de Atlantische Oceaan betrapten, sprong hij in zee om nooit meer boven te komen. Er waren nog een paar verstekelingen. Op een erg onhandige manier werd het bericht in Paramaribo bekendgemaakt. Irène was radeloos en pleegde, nu haar broer, die veel voor haar betekend had, er