taste toekomst.
Hoe lang hebben we hem niet aangekeken toen wij daar die woensdag na de bidavond op de k.n.s.m.-steiger stonden? Ik weet het niet. Het moet heel lang geweest zijn. Ik zag niet meer zijn ogen, maar het bloed daarachter stroomde en de tranen, die niet over zijn wangen rolden. Het is heel warm. Het is erg druk op de steiger. We kunnen niet aan boord gaan. Er zijn te veel bezoekers. Heel veel studenten gaan weg. Ik had er ook moeten staan. Daar op die boot. Maar ik ben in de eerste blijven zitten en vertrek het volgend jaar met Orlando. Orlando heeft de handen voor zijn borst gekruist. Ook hij kijkt Karsilan lang aan. We weten dat we alles zullen doen om weer bij elkaar te zijn. Dat de brieven, die wij zullen schrijven, niet zelf zijn. We hebben ze niet nodig voor ons kontakt.
De boot glijdt langzaam van de grote steiger af. We zien Karsilan nog. Orlando heeft aan Karsilan gezegd dat wij niet naar Leonsberg gaan om nogmaals voor hem te zwaaien. Hier is hij voor ons weg. Wij groeten niet twee keer. Wij nemen geen afscheid van hem. Het zal morgen zijn als hij ons afhaalt op Schiphol.
Na het vertrek van de boot ga ik met Orlando mee naar zijn huis. Daar draaien we de Chopin-etuden. Een geschenk van Karsilan aan Orlando. Ik heb een aansteker van hem gehad. Wij hebben hem hemden met lange mouwen gegeven. Die wilde hij ook hebben. We zwijgen. Luisteren. Luisteren, zoals Karsilan.
Voor mijn eindexamen heb ik van Karsilan uittreksels, uitgewerkte opgaven en een paar belangrijke