Adam, hier Charly Adam. Vijf vijandelijke tanks op coördinaat 525, herhaal 525. Over.’ Het gekraak kwam weer terug, en een andere stem, hoger en scheller riep: ‘Hallo Charly Adam, hier Charly Adam Vier. Kan ik oprukken? Over.’ ‘Hallo Charly Adam Vier, hier Charly Adam. Vijf minuten voorbereidend vuur. Hoe kan je dat nou vergeten? Roger en uit.’
Het was nog niet stil geworden of een stem met een sterk Indisch accent sneed door de lucht. ‘Verdomme, mannen. Fanatiek! Fanatiek! Het gaat om de heuvelrug.’ Er begonnen nu op de apparaten in de jeep lampjes te flikkeren, en het gekraak nam toe. Een oude boer die langzaam voorbij - fietste, een hooivork langs de stang gebonden, keek verstoord op alsof wij iets onbehoorlijks deden.
Nu begon ook de helm te praten. ‘Victor 2. Binnenkomen. Victor 2. Binnenkomen.’ ‘Hallo Charly Adam Drie, hier Charly Adam,’ kwam de jeep er doorheen. ‘Vijandelijke infanterie op 5-40, langzaam aanvallen op linkerflank. Je krijgt dekkingsvuur. Over.’ Maar het antwoord van Charly Adam Drie verdronk in gekraak. Wel was de Indische stem er weer: ‘Fanatiek! Doorgaan! Het is jij of hij.’
De helm riep klaaglijk: ‘Victor 2, met een grote boog langs 28 binnenkomen. De witte flank zakt terug. Hallo Victor 2.’
Ik klopte op het raam voor nog wat bier, maar er kwam geen reactie. Een snelle stem in de jeep riep: ‘Charly Adam Drie, lul, lul, wat heb ik nou gezegd? Niet in de bosrand rijden. Wat is dat voor een kloterig gedoe?’ De helm riep er dringend doorheen: ‘Alle verbindingseenheden attentie. De lijn 457 en 458 is opgegeven,’ althans iets in die richting. Ik stond op en liep het café binnen. Er was niemand. ‘Volk,’ riep ik krachtig, maar er gebeurde niets.
Op het terras spraken de stemmen verder, met soms een onheilspellende stilte tussen de berichten. Tijdens een van die stiltes hoorden we boven ons een gordijn openschuiven.