klopt. Zoek het maar op. Maar als je het hebt opgezocht denk niet dat je er bent. Je moet dan stuk voor stuk alles gaan ontleden op structuur.
Kijk, je begint meestal fout, je begint bij je zelf. Menselijk, dat wil ik niet ontkennen. Het menselijke al te menselijk heeft een grote wijsgeer gezegd. Hij bedoelde gewoon: als je nou een enorme sufferd wil zien, kijk dan in de spiegel. Kunt u mij volgen?’
Ik knikte maar weer, en hij deed het ook. ‘Dat is de gezonde wiedewiet,’ riep hij, iets vrolijker geworden, ‘met u kan ik praten. Met u is een gesprek te voeren. Met u komen we eindelijk van Ajax en de huurverhoging af. Kijk, de fout zit hierin dat je met jezelf begint: je gaat zeggen ben ik een in zichzelf gesloten geheel? Vindt u dat van u zelf?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Uitstekend,’ zei hij, ‘dat is de wetenschappelijke benadering. Niet oordelen voordat je alles onderzocht hebt. Onderzoekt alles en behoudt het goede. Dat staat in de Schrift. Een goed motto, maar je kan er alle kanten mee uit. Met dat motto haalde ik als kind al de kersen uit de jam.
Goed, ben ik een in zichzelf besloten geheel? Ik zou ja zeggen als ik niet dingen kwijt kon raken. Ik kan bij voorbeeld zeggen a. Dat kan ik zelfs heel langgerekt zeggen: aaaaa. Die A had ik in me, hij zat in me besloten. En nou ben ik hem kwijt. Nu kan ik nog wel een keer A zeggen, maar is het dan dezelfde? Even logisch nadenken voor u antwoord geeft. Ik bemerk dat u mij volgt: inderdaad is dat niet dezelfde a, want die eerste was ik allang kwijt. Dat is gezonde wiedewiet.’
Hij scheurde het papieren omhulsel van een suikerklontje zorgvuldig open en wierp de inhoud in zijn glaasje.
‘Maar nu komt de strikvraag,’ ging hij glimlachend verder: ‘ben ik nou een structuur? Want we hebben geconstateerd dat ik geen in mezelf besloten geheel ben.’
Hij zat af te wachten. ‘U bent geen structuur,’ zei ik.