Eten in Casablanca
's Middags ging alles al moeilijk. We hadden naar een strand gezocht - en die zijn er hier veel, maar óf ze lagen vol mensen óf ze lagen vol rotssteentjes zoals de tuin van de klassieke rentenier. Het was bovendien vrijdag en dan houden veel Marokkanen zondag.
Maar omdat mijn vrouw jarig was zochten wij verder naar iets dat heel leuk zou zijn en besloten tot een romantisch etentje-uit in ‘La Corrida’, een Spaans restaurant in Casablanca en ik beveel het u van harte aan, behalve op een dag waarop alles misgaat.
Eerst konden wij het niet vinden. Het bevond zich volgens zeggen, in de Rue Gay Lussac en dat maakt het erg simpel, zei onze hotelier, want dat is een zijstraat van de Boulevard de Marseille. Maar hoe we ook reden en keken: geen Boulevard de Marseille. ‘Ik ga het die agent vragen,’ zei ik, driftig gasgevend.
‘...,’ zei mijn vrouw, haar geliefde uitspraak als ik weer eens iets stoms doe, en ik laat u maar raden wat ze dan precies zegt.
Ik reed dan ook door rood licht. De agent was er erg kwaad over. ‘Papieren,’ snauwde hij, want hij had nog niet door dat wij vogelvrije buitenlanders waren. Hij keek lange tijd, eerst verbaasd, daarna gegrepen, in de verkeerde kant van mijn paspoort, en gaf het daarna met een zucht terug. ‘Let u wel op het rode licht,’ zei hij, in het Frans. ‘Hoe bedoelt u?’ vroeg ik in het Nederlands. ‘Le feu rouge,’ verduidelijkt hij, maar reeds erg moedeloos.
‘...,’ zei mijn vrouw, wel een beetje terecht.
Aan die agent konden we de weg dus niet meer vragen.