beter zeggen leest, zij wat de toekomst verbergt. In mijn geval heeft ze gezegd: meneer, u kunt hartstikke gerust zijn, want er gebeurt met u niks. En verdomd, zo waar als ik hier zit, dat mens heb volkomen gelijk gehad. Maar ja, je vraagt je wel af of het geen zonde is van die vijfentwintig gulden.’
De blonde jongeman knikte lang en diep en zei toen: ‘Voor mij blijft het nog een vraag in hoeverre het allemaal juist is. Ik heb eens een verhaal gehoord van een kleine oppassende landman, een keuterboer, die in een huisje woonde ergens aan de Hollandse IJssel. In Krimpen of Capelle of zo, en dat huisje stond onder aan de dijk. En die boer had vrouw en kinderen en werkte altijd hard, ging naar de kerk, al weet ik niet meer welke en op een ochtend ging hij bij de kachel zitten en zei dat hij die nacht een Stem had gehoord. Van de Heere of van een heilige, weet ik veel, maar die Stem had hem bevolen: “Arie, van nu af aan zult gij nimmer meer werken.”
En hoe iedereen ook praatte, hij bleef bij de kachel zitten of maakte een wandeling, maar werken deed hij niet meer en uiteindelijk moest zijn vrouw er op uit om werk te zoeken. Toen zijn in dat dorp een paar mensen bij elkaar gaan zitten, hebben er 's over gepraat en het gevolg was dat ze diezelfde avond een plank legden van de dijk voor zijn huis en dat er iemand op zijn dak klom en door de schoorsteen riep: “Arie, je moet weer aan het werk.”
En het geheimzinnige was dat die boer de volgende ochtend weer direct aan het werk ging.’
‘Zo zie je toch maar dat er wat is,’ kwam een man er tussen die naast hen aan de bar zat, en met een snor en een alpino deed alsof we op Montmartre waren.
‘Ik heb een tante met een moedervlek onder het oor in