eerlijkheid moet gezegd: ik heb dat mede aan jouw programma te danken. Ik heb het gezien. Iedereen zegt dat jullie negatief zijn. De donkere kant. De vetrand van de worst. Maar 't is de spiegel. Want alle runderlapjeseters denken negatief. Heb ik het goed of niet? Neem Loewie. Ik ken Loewie van pens tot mens. Ik zie hem acht uur per dag. Hij zit tegenover me aan de rast. Goed, één keer per minuut gaat de henk tussen ons door, dus dan zie ik hem even niet. En ik buk als de trollie verloopt. En hij bukt als de trollie doorloopt. Maar voor de rest kijken we naar elkaar. 't Is net of je de hele dag met je vrouw aan tafel zit. Jazeker, als ik 's avonds thuis bij me vrouw zit te eten mis ik de henk.
Nou vindt Loewie het een zedeloos programma. Zedeloos is zonder zede.
Ik zeg, Loewie, ik kan niet met je praten als je zo negatief begint. Dat is natuurlijk een trucje van een man die goed kan smoezen, dat weet ik wel, maar ik heb in wezen gelijk. Vraag zo iemand 's wat zede is. Bij Loewie hoef je daarmee niet aan te komen. Die kent een serie schuine rotmoppen dat de rast uit z'n eigen op en neer gaat, bij wijze van beeldspraak. Kijk, Loewie, zeg ik dan, niet alleen weet jij niet wat zede dan wel is, maar bovendien ben jij ook zo negatief als de pest. Ik bedoel de koffiejuffrouwen, want dan zit ik meteen op het terrein van Loewie. Die kijkt naar alle wijven. Hij heeft het lopende oog, zoals de Engelsman zegt.
Nou, volgens Loewie, en hij heb wel gelijk hoor, hebben we één koffiejuffrouw die heb niks van voren, de tweede die heb niks van achteren en de derde die heeft niks van voren en niks van achteren. Dat is een sublieme negatieve redenering, waar Loewie niks tegen in kan brengen en hij eindigt zo'n debat dat wij daarover hebben, dan ook altijd met toe te geven dat jullie