Een deur open doen
's Middags gingen we zwemmen, in zee, onder de rook van de Etna. In hetzelfde water waar precies 290 jaar geleden Michiel de Ruyter de heldendood stierf. ‘Toen kreeg hij door z'n kleren, Een kogel en was dood.’, rijmde Multatuli. Maar het water is zeer blauw en zeer helder.
Een kittige, maar zeer Nederlandse dame, in een zeer gebloemde jurk, ook van zeer Nederlandse snit, heeft net als wij een cabine gehuurd op het strand. Dat betekent 350 lire bij vooruitbetaling. Daarna heeft ze ook nog eens een badstoel verlangd, en een parasol. Die moeten betaald worden als ze weggaat. De verhuurster is een klein, sluw Italiaans vrouwtje, die weet welke lires aan de wilgen hangen. Ze heeft één grote bruine voortand in haar mond - maar wat wil je - ze zit elke dag in de zon. Onze Hollandse dame, na drie uur zonnen onder een badhanddoek, gaat weg en vraagt wat ze schuldig is, in het bekende steenkool-Italiaans, dat ik beter begrijp dan de Italianen zelf.
300 lire voor de stoel, beduidt 't vrouwtje. En 200 lire voor de parasol. De Hollandse dame betaalt en wil weg, maar het Italiaanse vrouwtje treedt haar haar in de weg. ‘En nog eens 200 lire’, laat ze weten, ‘per aprire la porta’, ‘voor het openen van de cabine.’
‘Kom nou,’ zegt de dame, ‘daar begin ik niet aan, ik laat me niet belazeren waar ik bij sta. Voor het deuropenen! Ik had dat ding toch niet gehuurd met de deur dicht!’ Maar de Italianen die om haar heen dringen verstaan onze taal slecht en roepen met het oude