sekreet. Dat was de meest krachtige uitdrukking in zijn mond, hij gebruikte hem ook als hij naar toilet ging. Hij ging daar altijd, zoals hij zei, de beukenootjes bemesten. En u moet toegeven dat zelfs in deze tijd van ruimtevaart is het hele proces van rotting tot nieuw leven zelden beter omspannen.
Kort voor hij stierf zei mijn vader nogmaals dat hij zo leed onder het feit dat dat sekreet met mijn zuster getrouwd was. ‘Mijd hem’ zei mijn vader, ‘zoals je een natte vinger mijdt.’ Maar het beroerde is dat hij zowel als mijn zuster voortdurend opbellen of ik eens kom borrelen of eten en als je alleen op de wereld staat, zoals ik, dan geef je gauw toe aan zoiets.
Nu zit het sekreet ook de hele dag alleen thuis. Hij hoeft niet te arbeiden, want hij heeft een merkwaardige ziekte onder de leden: zodra hij zijn kantoor betreedt overvallen hem angsten en wordt hij door trillingen bevangen. Knappe artsen hebben dat geconstateerd, dus helemaal verzonnen zal het niet wezen. Hij heeft zelfs een jaar bij een psychiatrisch specialist gelopen maar daarna bevingen hem ook de trillingen als hij naar die man toe moest. Ik denk dat dat gedoe op die divan voor hem ook teveel werk werd.
Dus hij zit thuis, niet opgewekt, maar verveeld. Hij is net een vaatdoek die nooit wordt uitgeknepen. Nog erger, hij is net een vaatdoek die je niet zou willen uitknijpen.
Hij zit de hele dag in zijn pyama of in zo'n bruinige kamerjas, je weet wel, net of je een vermolmde plank omdraait.
En hij doet niks. Hij treitert mijn zuster, want die mag ook niks. Als ze gaat breien voelt hij zich al verwaarloosd. Hobbies heeft hij ook niet. Zelfs geen negatieve hobby. Ik bedoel daarmee: je kan ook leven tégen