Op reis met Tanja
Een oud echtpaar zat in de coupé en mobiliseerde de hele sfeer. Het was een beetje eng, en daarom zat ik heel stil en besloot zelfs niet te roken. Hij rochelde af en toe achter zijn hand; zij schikte een enkele maal haar hoed waarbij het leek alsof ze de haarspelden recht in haar schedel stak. Toen hij een keer met een dikke stompe vinger in zijn neus wou wroeten, wist ze hem daarvan af te houden door even haar wenkbrauw op te halen.
Dat ze echt niet zo gemeen en stuurs waren bleek toen in a. een slanke mooie vrouw in de coupé kwam zitten. Ze bracht een klein meisje mee, met pijpekrullen. Ze zette het kind naast zich op de bank en gaf het een paar blokken waarmee het in diepe vrede begon te spelen.
De trein reed en alles bleef in ruste, totdat de oude mensen in actie kwamen. Het kleine kind werkte op hun genegenheidsklieren. Eerst spraken ze tegen elkaar: ‘Wat een lief kindje is dat,’ maar hun ogen bleven daarbij op het kind gericht. ‘Wil het kindje geen snoepje?’ begon de oude vrouw.
De moeder keek op uit haar boek en zei: ‘Liever niet, ze is zoet, laat haar nou maar zitten spelen.’ Maar de oudjes konden het niet houden, de oude man strekte zijn arm en wreef met zijn vingers over haar pijpekrullen. ‘Dag meisje,’ zei hij, ‘zeg jij niks tegen opa?’
‘Laat u haar toch met rust,’ zei de moeder, een beetje geïrriteerd. Maar de oudjes hielden aan, nog eens het snoepje en ‘wat zegt ze dan?’ en ‘wil jij niet eens uit het raampje kijken?’
De moeder legde haar boek op haar knieën. ‘Tanja,’