Improvisatie
Die week bezochten wij twee improvisatietheaters in New York, de enige twee die er in 1963 waren. Eén daarvan was ‘Second City’, dat voor de pauze ingespeelde nummers bracht en na de pauze sterk leunde op suggesties uit het publiek. Uit het eerste niet-geïmproviseerde gedeelte een mooie satire op de vele schandalen in de Engelse regering:
Een oude man komt een kantoor binnen. De man achter het bureau: ‘John, ik moet natuurlijk enige zekerheid hebben voor ik je op Defensie benoem. Rook je?’ De oude ontkent. ‘Drink je?’ ‘Absoluut niet.’ ‘En hoe is het met de ladies?’ ‘Op mijn leeftijd? Ik raak geen vrouw meer aan.’
De man achter het bureau staat op: ‘Dan is Engeland voorlopig gered!’ Op dat moment springt de oude over het bureau en kust hem hartstochtelijk. Doek.
Na de pauze mag het publiek suggesties doen voor te spelen sketches over gebeurtenissen van de laatste dagen, waarin de rassenrelletjes in Alabama hoogtij vierden. Verzoek uit de zaal: ‘Zeg iets over president Kennedy's verzekering dat wij desnoods Amerikaanse steden zullen opofferen voor Europa.’
Directe reactie van het toneel: ‘Laten we met Birmingham in Alabama beginnen.’
Hoe zo'n improvisatie kan leiden tot een subliem ‘sketsje’ vertelde mij later een acteur van eenzelfde cabaretgroepje in San Francisco, dat The Committee heet. Er was daar door een hoogleraar uit de Universiteitsbibliotheek een boek verwijderd, een ‘slang’ dictionaire, omdat daar allerlei rauwe termen uit het geslachtsverkeer open en bloot uitgelegd werden. Direct dezelfde avond al werd het cabaret door het publiek verzocht daarover te improviseren en zij formeerden toen een forum, geleid door een meisje, dat optrad als