lopen nog al eens ezeltjes, begrijpt u? En als dat van de ezeltjes in wonden geraakt, bekomt het meestal slecht.’
De andere vrouw vond het nu tijd ook een duit in het zakje te doen: ‘Om onze nieuwe villa laten wij ook een muur bouwen!’
Voor de anderen was dit een soort explosie want ze riepen beiden tegelijk: ‘A new property!! Good for you.’
‘Ja,’ zei de vrouw, ‘hij is bijna afgebouwd. Heel groot en ruim met veel ramen, maar geen verdieping erop. Alleen een reuze leuk puntdak.’
‘Dat hebben wij ook,’ riep de gekneusde er tussen door.
‘Want onder dat dak is dan ruimte voor de watertanks, zodat het water dan koeler blijft.’
‘Dat hebben wij ook,’ riep de gekneusde weer, ‘heel handig, zo'n puntdak.’
Het ontging de heren niet dat zij moesten ingrijpen. De een kuchte lang en vroeg toen: ‘Heb je je oude bezitting verkocht?’
‘Welnee. Daar wacht ik nog een jaar of twee, drie mee. Als je nagaat hoeveel Duitsers er nu hier al land komen kopen, dan is 't straks het dubbele waard.’
De ander betuigde met deze tactiek volledige instemming.
‘Ik heb zelf al moeite gehad,’ zo ging de spreker verder, ‘om voor deze villa geschikte grond te vinden. Gelukkig kende ik een Spanjaard, die me geholpen heeft, ene Alfonso Humpledumhum...’
‘Die kennen wij ook,’ riep het dijbeen enthousiast, ‘oh, een reuze galante heer. Hij kwam vaak op bezoek, zeker één keer in de week. Maar 't was op den duur wel vervelend want hij bracht nooit bloemen voor mij mee, maar vogeltjes. Eén of twee, rode of blauwe, in een kooitje. Op 't laatst had ik veertig van die beestjes in een grote kooi. En ik werd er steeds zenuwachtiger van want ik kan niet tegen dat fladderen en dat tsilpen. De hele dag piep piep. Dus ik zei tegen onze tuinman: als je er plezier in hebt mag jij die vogeltjes wel