rookt gewoon door, soms zelfs tijdens de voeding. Ik heb nou tegen d'r gezegd dat ze grote kans loopt dat het kind langzamer groeit dan anderen. En ik zal wel weer gelijk krijgen. Ik ga dan ook regelmatig kijken.
Want met ziekte en diverse kwalen ben ik zeer goed op de hoogte. Ik bezoek vrijwel alle ziekbedden bij mij in de buurt, omdat ik hier op aarde al een troost wil zijn. Vanuit mezelf, als mens, want bijbels ben ik niet. Ik heb geen tijd om te lezen, eigenlijk.
Soms valt 't niet mee. Zo heb ik nu een rotkwestie aan de hand. Vlak bij ons zit een vrouw al een paar jaar met d'r benen over een balk vanwege het water, en daar had ik een klein fruitmandje voor besteld. Goed, ik kom daar en ik zie dat mandje staan met nog drie ouwe smerige peren erop. Ik vraag ernaar en toen bleek dat het hele mandje bestaan had uit houtwol, een blikje kers, drie bananen en zes van die ouwe harde peren.
Ik naar die groenteman. Ik zeg: “vader, jij neemt mij in de teil; ik breng zegen maar jij verziekt het.” Dus ik zeg: “jij brengt daar een trosje druiven en je welgemeende excuses.” Maar hij heeft 't niet gedaan. Toen heb ik al mijn zieken en buren verboden bij hem te kopen. Mijn vrouw haalt nou de fruitmandjes elders en passeert dan langzaam, zeer langzaam zijn winkel. Nou, sinds vorige week groet hij mij weer; we krijgen hem wel klein.’
Hij streek zorgelijk over zijn gezicht. ‘Ja,’ ging hij verder, ‘de mens moet staan op zijn rechten als consument. Kijk, als je een kippeëi koopt en d'r stapt een eend uit, kan ik er ook niks aan doen. En als je een tientje betaalt voor de allereerste bleekscheet van een aardbei van het seizoen kan het me ook niks schelen. Maar het verschil tussen eersteklas gort en tweedeklas, dat is een punt van belang. Laatst had ik nog een vrouw ergens die niet kon lopen door verbranding. Dus ik denk: een biefstukje in plaats van fruit. Ik laat mijn vrouw een biefstukje halen. Ze komt terug en ik zeg meteen: “dat is