brede deuren in de hal komen. De hoofdingang was gesloten en ik liep het tegelpad op naar de tweede ingang.
Ik zag geen gecamoufleerde politiewagens, ook geen opvallend onopvallende mannen. Of ik was te laat, of Laura sprak nog met haar vader. De jeugd van tegenwoordig blijft het maar moeilijk hebben.
Op de binnenplaats stond een vrij grote zaagmachine met een hoog, doordringend geraas te zagen. Twee mannen in overall schoven er schijven boom in. Ze hadden gewoon oren aan hun hoofd, hoewel mij die voor mensen die enige tijd bij de machine hadden doorgebracht volstrekt overbodig leken.
Het kostte, vooral door het lawaai, geen enkele moeite via de poort op de binnenplaats te komen. Ik liep achter de plankenstapels om want ik wilde zo dicht mogelijk bij de haldeuren komen. Dat viel niet mee want de zaagmachine stond er maar een paar meter van verwijderd. Langs de muur schoof ik naar de deur en toen de twee mannen zich bukten om samen een plank op te pakken glipte ik naar binnen.
Het was donker in de loods, alleen bovenin, bijna tegen de dakrand zaten een aantal kleine vierkante raampjes. Tussen het hout waren twee gangen uitgespaard die naar achter in de loods liepen, met tussen de afzonderlijke stapels weer zijgangetjes, een soort doolhof. Ik dwaalde er wat rond. Af en toe stond ik stil om te luisteren, maar ik hoorde alleen de zaagmachine.
Het achterste gedeelte van de loods had een verdieping, waar je via twee ladders, aan elke kant van de loods een, naartoe kon klimmen. Op die verdieping was het moeilijk lopen omdat de vloer vol lag met lange, losliggende latten. Het was hier wel lichter, omdat de raampjes hier op ooghoogte zaten. Ik zette mijn handen om mijn mond: ‘Otje!’
Geen antwoord. Ik liep naar de zijkant waar tussen hoge stapels kleine plankjes van verschillende lengte nissen waren. ‘Otje!’ Op een gegeven moment stond ik stil, ik voelde dat hij hier ergens was en naar me keek. Hij stond vlak bij het begin van de zolder, ik was hem al een eind voorbij. Ik zag zijn silhouet langs de onregelmatige lijn van een stapel planken.
‘Kom hier.’ - Ik liep langzaam in zijn richting.