werd in beslag genomen door de deur, die Moo nu achter zich dichtdeed. Daarna ging hij in de vierde hoek staan, leunend tegen de muur, de revolver in zijn naar beneden hangende hand.
‘Hou je echt veel van koeien?’
Hij stootte een kort lachje uit. Er zaten twee rode pukkels op zijn linkerkaak. ‘Je hebt een hoofd om hoeven te hebben,’ zei ik. Hij gaf geen antwoord en keek naar me. Hij had echt een jongensgezichtje, zo eentje die van zijn moeder een alpinootje op moet en die het liefst de juffrouw zou vasthouden als hij durfde. Hij bewoog de revolver omhoog en schoof met de loop zijn hoed wat naar achter. Hij leunde niet gemakkelijk want de rand raakte steeds het behang.
‘Het iz jammer dat we niet in de geluidzztudio mogen. Daar kan je lekker zchieten,’ zei hij. ‘Van mij hoef je niet te schieten,’ zei ik.
Hij grijnsde breed, stak de revolver in de holster, stelde zich vrij van de muur op, wreef in zijn handen en trok inderdaad fabelachtig snel de beide wapens. Ik keek in de lopen en slikte.
‘Ik zou maar geen trucjez proberen,’ zei hij.
‘Ik ken geen trucjes, behalve die met de laatste sigaret,’ zei ik.
‘Ik rook geen zigaretten, ik rook zjek.’ Hij haalde het builtje uit zijn borstzak en begon een sigaret te rollen, met één hand, op zijn dij. Om het beeld te vervolmaken trok hij de veter dicht met zijn tanden, zoals we dat zo vaak op het scherm mogen zien als Rawhide de stieren weer in de looppas heeft gekregen.
‘Laat mij er ook een rollen?’ vroeg ik, vastbesloten alles te proberen om weg te komen. Met zo'n jongetje moest het toch lukken. ‘En dan zeker de zjek in mijn gezicht gooien,’ zei hij, alsof hij me door had.
‘Welnee, dat is toch een heel oud trucje. Ik beloof je dat ik de shag niet in je gezicht zal gooien.’ Hij weifelde. ‘Echt, ik doe het niet.’
‘Er kan nikz gebeuren,’ zei hij, ‘ik zchiet hem gewoon overhoop. Als ik het zakje gooi kan er nikz gebeuren.’ Hij haalde