Naakt over de schutting

68.

Het was al drie uur geweest toen we weer bij Vast in de kamer zaten. Ik had een gruwelijke slaap en geeuwde hardop, een geluid dat Ingrid haat. Ze heeft het eens omschreven als ‘een wasbeer die voor het paren ontdooid wordt.’

‘Weet je wat mij zo geïrriteerd heeft?’ vroeg ik. ‘Dat ik bij geen van de mensen die ik bezocht of ondervroeg succes gehad heb. Ze waren of dood of ze ontkenden stomweg.’

‘Nu had jij ook weinig te zeggen, geloof ik.’

‘Ik geloof wel dat ik te gemakkelijk heb gedacht dat ze zich wel verraden zouden. Een man als Lode Zaaijer kan toch nooit zo sterk in zijn schoenen staan. Hij is altijd bang en paniekerig. Die zenuwtic op zijn oog heeft hij niet voor niks.’

‘Die bangheid is een deel van zijn werk. Het maakt hem tevens wantrouwend. Vandaar dat hij journalistiek zoveel keren een goede slag slaat.’

[p. 143]

‘Toch krijg ik hem op de knieën,’ zei ik, onderbroken door luide geeuwen, ‘morgenochtend is hij de eerste.’

Hij was niet de eerste. Hans Vast belde mij om tien uur wakker, uit Amsterdam. ‘Ik heb hier de laatste editie van de ‘Ochtendrune’ voor me,’ zei hij, ‘en ik zal je een berichtje van de voorpagina voorlezen. Het is maar kort.’

vrouw ligt gewond langs weg

Slachtoffer van misdrijf, zegt politie

(Van een onzer verslaggevers)

utrecht - Een vrachtrijder heeft vannacht langs de snelweg Amsterdam - Utrecht, niet ver van de afslag naar Utrechtcentrum, langs de rand van de weg het lichaam van een zwaargewonde vrouw ontdekt. Hij hield een andere auto aan, waarvan de bestuurder de politie waarschuwde. Behalve zware kneuzingen, die het gevolg zouden kunnen zijn van een val uit een auto, werd een kogelwond geconstateerd en een ½ gal 283 Or. later van Binnenlandse zaken - ½ niek, maar haar kans op overleven wordt gering geacht. Haar identiteit kon niet worden vastgesteld.