Ik liep over de zolder en keek uit het open raam naar beneden. Vier verdiepingen lager stond een file auto's te wachten tot een bierauto zijn tonnen kwijt was. Boven de elektrische boor uit hoorde ik een harde stem, die voor mijn gevoel uit het naastliggende pand kwam. Het geluid klonk hysterisch en hard: ‘Wie die Gebrauchswerte Rock und Leinwand Verbindungen zwechbestimmter,’ zo verstond ik, ‘produktiver Tätigkeiten mit Tuch und Garn sind, die Werte Rock und Leinwand dagegen blosse gleichartige Arbeitsgallerten so gelten auch die in diesen Werten enthaltnen Arbeiten nicht durch ihr produktives Verhalten zu Tuch und Garn, sondern nur aus Verausgabung menschlicher...’ Aan de overkant verscheen voor het zoldervenster een gebogen mannetje met een klein dienstbrilletje. Hij keek eerst naar mij, toen naar een punt links van mij. Daarna kwam boven de vensterbank een karabijn te voorschijn dat hij zorgvuldig richtte, na het raam verder geopend te hebben. ‘...Eben durch ihre verschiedenen Qualitäten; Substanz des Rockwertes und Leinwandwertes sind sie nur, soweit von ihrer besondern Qualität...’ Ik zag de loop van de karabijn iets opwippen toen het rode vlammetje verscheen, vrijwel gelijktijdig hield de schreeuwende stem op. Het mannetje met het dienstbrilletje glimlachte tegen me, ik lachte terug. Een voortreffelijke geluiddemper!
Daarna liep ik de drie lange trappen af, bestelde in het café op de hoek een pils en belde Henk Wulffs op. Hij dicteerde mij zijn verslagje. Ik belde daarop Saul van Aarden, die al bang op me zat te wachten. Eerst met enige schroom, maar daarna met een klimmend gevoel van arbeidsvreugde las ik hem voor wat ik opgeschreven had. ‘Het moment van afscheid,’ hoorde ik mezelf zeggen, ‘is thans aangebroken, een ogenblik waarop ook een getuigschrift van goed gedrag zou moeten worden uitgereikt. Maar helaas, een dergelijk document bezitten wij in onze beweging niet, aldus bondsvoorzitter Van Asem, zo min als wij in onze bond gewoon zijn schouderklopjes uit te delen. Laat mij daarom volstaan met te zeggen dat je niet altijd een gemakkelijk heer was; je zei zonder omwegen waar het op stond, ook al klonk dat niet